In de Nederlandse pers verschenen in een week tijd twee artikelen over de gendertweedeling zoals we die kennen. Zaterdag in de Volkskrant verscheen “Hecht niet zo aan de hokjes” van Sonja Alferink, en vandaag stond op de Joop een stuk getiteld “Mag ik een ander hokje? Deze past niet”. Als Superman zowel de nerdy journalist Clark kent is, als Redder der wereld, waarom kunnen anderen dan niet ook buiten hun voorgeschreven patronen treden?
GENDERBROOD
Alferink haalt Asha Ten Broeke (wetenschapsjournaliste en auteur van “het verschil M/V”) aan, bevraagt Margriet van Heesch (cultuurwetenschapper, recent gepromoveerd op de vraag hoe kennis over interseksepersonen en hun lichamen tot stand komt en hoe we de ongelijkheid daarin kunnen tackelen). En ja, het is voor mannen ook ernstig dat ze zo opgesloten zitten, stelt Emancipator NL oprichter en mannoloog Jens van Tricht in het Krachttoer magazine. Het stuk op de Joop legt mooi uit hoe gender een sociale constructie is door Anne Fausto-Sterling aan te halen “Sekse en gender kunnen het best geconceptualiseerd worden als punten in een multidimensionale ruimte.¨ Het idee van een lijn of meerdere lijnen is conceptueel ondeugdelijk. Om de genderbread person een beetje accuraat uit te rusten heb je minimaal per item drie schalen nodig: een neutrale, een mannelijke en een vrouwelijke. Maar daarmee blijf je nog steeds binnen het mannelijk/vrouwelijk referentiekader. Het is ook niet eenvoudig daarbuiten te denken als je alleen dat idee bevestigd ziet worden om je heen. Daarvoor moet je buiten de hokjes leven. Dat Starbuck dat zegt in Battlestar Galactica is leuk, maar op cruciale momenten is die toch ook weer vooral een witte heterovrouw.
X’EN EN Y’EN
Wat mij opvalt in beide artikelen is dat men erg een beroep dat op de biologie. Toch weer een essentie zoekt. Er zijn zoveel geslachtschromosoomvariaties dat diversiteit natuurlijk is. Nou is er ook wel een grote diversiteit aan chromosomen en hormonen en geslachtsklieren waarmee we als mensen zijn voorzien, maar niets blijkt wat dat betreft doorslaggevend te zijn voor het gender dat het kind uiteindelijk aanneemt. Van Heesch beschrijft ook dat veel kinderen die met AGS (adrenogenitaal syndroom, waardoor de genitaliën soms eerder op een minipenis en scrotum lijken) geboren worden een vrouwelijke genderidentiteit ontwikkelen, en veel kinderen die ongevoelig zijn voor testosteron ontwikkelen zich tot vrouw, maar in beide gevallen zeker niet alle. In Fixing Sex geeft Katrina Karkazis ook aan dat er geen voorspelling te maken is hoe een kind zich zal ontwikkelen zo min als er één duidelijke doorslaggevende factor die bepaalt in welk gender een kind zich het beste voelt: man, vrouw of something completely different. Het lijkt erop dat opvoeding het belangrijkste is, maar zeker niet doorslaggevend. Het zou er ook niet toe moeten doen hoe iemand zich ontwikkelt qua gender. Ik ben een genderzwerver, anderen zijn meer honkvast. Nou en? Wat is daar nou erg aan?
VOORWAARTS
Om het maatschappelijke leven voor de groeiende groep mensen die zich niet zomaar in de twee bestaande hokjes thuisvoelen aangenamer te maken en deze groep de ruimte te geven om te kunnen groeien (ook in getal) moet er vooral hard gewerkt worden aan het doorbreken van bestaande genderstereotypering in onderwijs, beleid. Iets wat de VN ook al meermalen gezegd heeft dat we daar niet genoeg aan doen (zeker niet als enige overigens). Minister Bussemaker zou er goed aan doen harder in te zetten op genderdivers onderwijs, waar ook in het lesmateriaal plaats is voor holebi’s, trans- en interseksemensen, van alle kleuren en klassen, met en zonder fysieke of mentale beperkingen. En betaal de LHBT-voorlichters voor hun inzet. Ook de media zouden best gestimuleerd kunnen worden om wat diverser te worden. Als in de belangrijkste talkshows op de Nederlandse TV vrouwen vaak nog bijzaak zijn en niet gelijkwaardig worden behandeld, is er nog een hoop te winnen. Een wereld waar transpersonen worden afgemeten aan de mate waarin ze op cismensen lijken, heeft nog een lange weg te gaan. Gegeven de grote problemen op straat waart transgenders tegenaan lopen is de push van het COC om genderidentiteit nu eindelijk op te nemen in de AWGB (Algemene Wet Gelijke Behandeling) zeer legitiem. En bedrijfsleven en overheid moeten hard werken aan het beëindigen ook van discriminatie en uitsluiting in het arbeidsproces. Wellicht dat we dan als genderdiverse mensen wat meer kunnen op-ademen en ons verder ontplooien ten bate van een wereld waar alle mensen willen wonen.
Steeds vaker zien we berichten over leven buiten de binary, dus onze hersenspoelcampagne gaat goed. Binnenkort is de enige vraag van belang nog of je aardig bent, maar niet meer wat nou je gender is. Straks zeggen we “Oh” wanneer iemand zegt “Outside of the box is where I live” en willen we vooral weten of het leuk is in hun outside.