Anarcuul

Tja. Familie. Chosen Others. Opgelopen mensen. Hoe sta ik ertegenover, hoe ga ik ermee om. Wat haal ik er uit, wat wil ik er van, ermee. Hoe zou het moeten verrijken? Hoe wil ik leven. En ken dat ook?

Dit blog is een reflectie op gevoelens en ontwikkelingen rondom relaties/vriendschap/liefde en wat dies meer zij. Een update over mijn persoonlijke leven en gevoelens. Een reflectie op ideeën. Rekening houdend met wat ik materiële realiteit noem. Niet om met de billen bloot te gaan, wel duidelijk makend dat we allemaal onze issues hebben.  (Ondertussen schreeuwt Ska-P “Sexo! Libertad!”)

Queer families

Aandacht voor queer families gaat meestal om queers (in mijn hoofd veelal PoC [people of colour, mensen van kleur]) die een kind willen en omdat ze niet hetero getrouwd zijn niet door de staat worden gefaciliteerd en gesubsidieerd. Die groep bestaat vaak uit mensen die moeten puzzelen hoe ze deze wens voor elkaar krijgen. Die vaak zo’n wens hebben weggestopt als onhaalbaar, onrealistisch. En om trans* mensen die eerst zonder zaten, hebben zich al door zoveel heen moeten vechten, dat het echt mentaal op zolder staat. Tot ze merken dat het ze echt iets doet, ze het toch willen. Via lichamelijke weg of als co-ouder, niet-bio ouder.

Of mensen die tegen hun “biologische klok” aanlopen en nooit de juiste partner hebben gevonden ervoor. Die wel willen, maar ja, hoe?, met wie, van wie? Op welke manier?

FIve people lying outside joyfully feeding each other

 De keuze om al dan niet een mens op de wereld te zetten is in de huidige technokapitalistische context ook voor queers een heel persoonlijke. Zij moeten ook niet hierover bevraagd worden zoals cishets [cisgender hetero mensen]) dat wel moeten. Dat je kúnt voortplanten betekent niet dat je moet. De kans op emotioneel gezonde kinderen is door het sterke keuze-aspect bij queers veel waarschijnlijker. Dus als je vragen zet bij procreatie, doe dat dan vooral bij cishets, die bij wijze van spreken onnadenkend fokken als de konijnen. Maar er is ook nog een ander aspect. De focus op alleen mensen en menselijke natuur beperkt wordt vaak ook erg bijziend gemaakt. Iemand als Donna Haraway toont ons de noodzaak van verknoping met de natuur. De vraag naar draagkracht van de wereld gaat niet om overbevolking, maar om uitputting van de aarde in de huidige technokapitalistische natuurvernietigende constellatie die ten gunste komt van de witte westerse agrogiganten en waarbij de zwarte/bruine mens onder de dieren wordt geschikt. Werklast, werkkracht, lastdier. Probleemloos uit te buiten.  En waar we met dieren en planten ook onmenselijk omgaan. “Make kin. not babies”  is Haraways motto in het Chthulhuceeneen cryptische en  hoopvoller naam voor het Kapitaloceen. 

Make kin, not babies

Ik houd me zelf compleet aan Haraways leus. Zodoende houd ik er tegenwoordig een familie op na. Ik ben geadopteerd als moeder van een beeldige, nu 35-jarige dochter. Twee Pride Walks geleden vond de huidige co-ouder dat ik haar echt zou moeten leren kennen. Hen kan vrij overtuigend zijn als hen echt iets wil 😉 Zo gezegd, zo geschied. Aangezien co-ouder in kwestie een van mijn liefste actievriendingetjes is, was dat natuurlijk ook geen opgave. Toen ontmoette ik een cute queer persoon met een bloem in haar korte geblondeerde haar en met in haar handen een bord “Jews for BDS(M)”. Dat leidde tot gegrinnik bij mij natuurlijk. Die eerste keer dacht ik: leuk, excentriek. Later ontmoetten we elkaar wat vaker gedrieën. Ergens in het late voorjaar wordt duidelijk dat ze eigenlijk mensen zoekt om intenser mee om te gaan, bij thuis te komen, familie zoekt. 
Het past perfect bij mij: Nooit echt aan kinderen maken willen beginnen, geen echte behoefte aan full-time kinderen opvoeden. Voor de “oorlog” het er wel over gehad, toen ik nog poogde als cis-man door het leven te gaan (bij gebrek aan mogelijkheden). Àls we er aan zouden beginnen dan zou ik sociaal wel de moedertaken op me nemen, en mijn vriendin de vadertaken. Fysiek heb ik nooit de mogelijkheid gehad de truuk van een mensenmuis te doen groeien te realiseren. Wel nieuwsgierig naar geweest vaak, maar behoefte noch mogelijkheid dienden zich aan. Dus ben ik maar auntie van een stel prachtige nifjes her en der.
 

Antlers at Pride Walk 2022Antlers at Pride Walk 2022Antlers at Pride Walk 2022

Co-ouder – ik duid hen zo aan omdat we geen partners of zo zijn; hooguit plaag ik hen met “hubby”  –  ken ik al een aantal jaar tot mijn grote blijdschap. Met ons drieën vormen we the house of Antlers. Want we hebben alle drie zo ons dingen met herten en geweien. We are or love queer deers 😉 Of met een knipoog naar een oude beroemde vampierenfamilie: The Antler family. Alleen hebben wij geen Wednesday 😉

Ik zat eind januari na een herdenking met een kameraad in het café en zij vroeg me hoe het staat tussen mij en m’n vriendin. Ze had me eerder op een bijeenkomst heel enthousiast gezien met vriendingetje. En ik was blij met de gelegenheid daar meer helderheid over te verschaffen. Omdat dat in de materiële praktijk lastig blijkt. Iedereen veronderstelt maar wat. En ik nog niet zo lang voor mezelf kon bevestigen hoe ik verknoopt zit of wil zitten.

Familie

Dat ik nu een klein jaar in een gekozen familie zit, is voor mij zonder twijfel een zegen. En alle drie noemen we het ook een familie. Al hebben we vast allemaal onze eigen blik erop. Zoals eerder gezegd, zijn beide ouders dus door het kind geadopteerd. Ik vind dat een heerlijke hilarische omkering. Zeker ook omdat ik gekozen ben (nadat ik had aangegeven daar beschikbaar voor te zijn). Vriendingetje ook. Hier voltrekt zich vervolgens een beetje wat je in relaties vaak ziet, wanneer er een kind komt. De verhouding tussen de ouders verandert. Je bent niet uitsluitend met elkaar bezig en er komt een gezamenlijke focus bij, en soms ook zorg. Van een wat kwetsbare lijn ga je naar een sterke constructie van een driehoek. Divine(s) intervention heeft een kans gecreëerd. 

Ik geloof dat ik eindelijk snap waar ik benauwd van werd: Heb geen moeite met geslaagde focus op een persoon voor een tijdje, historisch is het bij mij toch niks of alles. Ik wil in principe niet op 1 persoon zo sterk focussen. Dat ik het deed? Ja. Waarom? Dunno. Enchanted denk ik. Onze Derde heeft er een Driehoek van gemaakt. Komt meer energie bij, en die kan dan wel lekker rondrennen. 

Ik ben zielsblij dat ik van m’n (hyper)romantische focus af ben. Die werkte niet. Als we weer intensiever met elkaar omgaan (nu is het winter) dan ontdek opnieuw hoe geweldig ik hen vind, droom ik weer hoe mooi het zou zijn om met een mooie groep mensen een pand te bewonen, of een stuk land te hebben of zo … maar dus niet met hen (meervoud) alleen. Zoals met mijn laatste potentiële liefje-  het is door omstandigheden nooit wat geworden –  het dat (in principe) ook niet was. We hadden de scheiding zo goed geregeld dat we aan de relatie niet eens zijn toegekomen.

Anarcuul

In de wereld van de non-monogamie, het principieel niet bij één partner willen houden, zijn er verschillende vormen van samenleven. Die uiteraard ook niet alle feministisch of intersectioneel goedgekeurd zijn. In een feministisch (westers) perspectief gezet vind je het een en ander op Feminism and polyamory en bij Simon(e) van Saarloos hun “Playing monogamy”. Veel non-monogame relaties kennen een hiërarchie met primaire en secundaire relaties. Er is vaak sprake van een primaire partner (Met wie je bijv. kinderen hebt, of een huis) en een of meer secundaire. Soms is er een polycuul van gelijkwaardige relaties maar dan met mensen). En dan heb je daarbinnen variaties van hoeveel mensen ook met elkaar een relatie hebben (mono-poly) en je hebt de in principe meest gelijkwaardige en radicale vorm relatie-anarchie. De auteur van het artikel noemt het ook wel een anarcuul  en omschrijft het aldus

[S]imilar to a polycule, but not limited to partners; a network of relations that is not bound by imposed order or other assumptions, but forms through mutuality, alignment of values & interests, & collaborative agreement. An anarcule could include romantic partners, lovers, chosen family, platonic partnerships, nesting-mates, friends, non-human companions, and more.

Er  is geen hiërarchie tussen de deelnemers. Ze zet er zelfs niet-mensen in. Haraway zou daarmee vol instemmen. Haar cyborg doet nu aan companion species. Je bent bevriend, soms heel sterk, soms wat minder. En met sommigen heb je – al dan niet langdurig – een Relatie, of beter nog: je hebt met diverse mensen een intense band zoals dat in Heteroland vooral in relaties voorkomt. Ik heb dat altijd te bekrompen gevonden en me er – soms wederzijds en soms met wederzijds weten – nooit zo erg aan gehouden. Dat was op zich wel grappig. M’n eerste “naoorlogse” liefje. kon dat niet hebben, non-monogamie. Tot ze het zelf ook ging doen. Nooit besproken, gewoon zo gegroeid. Na haar feitelijk opzeggen was ik even in de war, maar al snel voelde het als vrijheid. Zij deed ook alleen maar wat ze moest doen voor zichzelf, Kon niet anders, te belangrijk. Vraag me soms nog wel eens af wat ik niet weet 😉 

Magoed, ik heb het liefst ook dat ik goede vrienden heb (en minder goede/diepe) en af en toe met hen de koffer in kan duiken, zoals met vrienden op vakantie kunt gaan, naar een concert, uit eten (wink). Dat die koffer zo vaak ontbreekt, is een ongelukkig bijproduct. En desperaat roepen “Hook me up! Grab me!” werkt nog niet heel erg 🙂

De bijeenkomst over queer families en dekoloniale constructies viel me best tegen omdat het alleen over jonge queers en hun kinderwens ging. Een van de presentatoren gaf ook zijn vers ontdekte kinderwens aan.

It takes a village to raise a child” is soms ook letterlijk: een pasgeboren kind wordt liefdevol gedeeld zo dat het echt realiteit, diverse vrouwen geven het kind ook te drinken en het wordt collectief opgevoed. Dit werd even aangeroerd, maar al gauw verval je weer in de hervernieuwde versie van het aloude huisje-boompje-beestje maar dan met cis/trans lesbo’s/homo’s/pannen.

WG’tje

Ergens droom ik wel van het samenwonen (in eigen kamers/appartementen) maar daar is wel genoeg ruimte voor nodig. En idealiter een zonniger plek, maar daar zitten ook weer allemaal haken en ogen aan vast. Tenzij hier in de stad, is dat iets voor over een aantal jaren. One can dream. Eigenlijk droom ik dan ook van een veel grotere gemeenschap. Als we heel groot worden noemen we het de Commune (naar die van Parijs, met hopelijk een beter uiteinde), en anders is het een WG’tje (Wohn Gemeinschaft). Maar het ideaal van communal living vind ik nog steeds prachtig en de moeite waard. Helemaal in de gay/queer manier zoals beschreven in The faggots and their friends between revolutions  van Larry Mitchell. De auteur beschrijft op allegorische wijze (De mannen, De vrouwen, De flikkers, …) hoe de Mannen altijd de Flikkers verachten en hun flikkerdom proberen te vernietigen. En hoe de flikkers elkaar helpen,  veerkrachtig zijn en soms hun steun zoeken bij de Vrouwen die hen begrijpen en helpen – zij zijn er al veel langer. Dit flikker is dus nadrukkelijk positief, een geuzennaam zoals in de jaren 1970/80/90

Voor(ui)tgang?

Ik was recent op een dating app in gesprek met twee mensen. Eén uit mijn eigen stad, die mij bijna een koffieafspraak opdringt. In de zin dat ik in mijn profiel mijn gewenste koffie heb opgegeven en zij zegt: Waar en wanneer. Ik had geschreven: als jij eerder bent en mijn koffie al bestelt, levert dat bonuspunten 😉

Nummer twee is een cis vrouw elders in het land die mij liket wegens mijn activisme. Blijkt gezellig stevig op Het Spectrum (neurodivergent) te zitten. Voedt nog drie anderen op van wie twee Het ook hebben 😉 Daarmee ben ik vrij uitgebreid aan het kletsen, de koffiedame laat al een paar dagen niets van zich horen *snuift boos*. We gaan het allemaal wel zien wat het oplevert, maar voor iemand die tot voor kort wanhoopte over intimiteit, liefde en wat dies meer zij, is dit wel een slok op een borrel beter 🙂

Terugkijkend naar mijn praktijken en mijn hoop is mijn (retorische) vraag: hoe nu verder. Het zal met levensfase te maken hebben en met cultuur, maar  het is nog een aardige puzzel voor mij hoe ik de broodnodige emotionele nabijheid (co)creëer. Ik ben zelf al een einde verwijderd van de jeugd qua leefjaren, veel mensen hebben een gezin of een relatie en een baan. Veel straatactivisten zijn jong of emotioneel te bezet, hebben “andere keuzes genaakt met hun leven”. Misschien moet ik gewoon hard werken, zwoegen, zodat ik geen tijd of energie meer over heb voor al die emo-shit. Filosoferen is voor rijken, vrijgestelden en werklozen met meer tijd dan geld. Als je werk weet dat leuk, nuttig is en goed betaalt zonder dat het me totaal sloopt: hook me up. Maar ja, mijn leven kenmerkt zich al een eeuwigheid als een zoektocht naar witte raven, dus .. 

Dank voor uw aandacht voor mijn uurtje educatief klagen. Wijze en mooie reacties zijn welkom:)