Op zoek naar informatie over biseksualiteit en mensenrechten, of er überhaupt over bi gesproken wordt in de mensenrechtenwereld, kom je in eerste instantie van een koude kermis thuis. Experts weten van niets. Maar tegelijk die mensenrechtenexperts zijn zelden biseksueel of bi-kundig. Blijkbaar moet je het van de bi’s zelf hebben.
Ik was op zoek naar info over dit thema vanwege de cursus die ik aan het voorbereiden ben over mensenrechten en sekse, seksuele gerichtheid en genderidentiteit en expressie. Vanaf eind april geef ik een online cursus hierover bij Human Rights Education Associates. En voor wie geinteresseerd is: er zijn nog plaatsen en als je je snel meldt, betaal je minder dan wanneer je dat op het laatste nippertje doet.
Bij zulke research blijkt ook dat er over intersekse (dat onder “sekse behandeld wordt) niet veel bekend is, mensenrechtelijk, hoewel al beduidend meer dan over biseksualiteit. Heron Greenesmith zegt dan ook dat het recht nog meer dan de maatschappij in het algemeen biseksualiteit uitwist. En in 2000 heeft Kenji Yoshimoto voor het eerst grondig beargumenteerd hoezeer biseksualiteit onzichtbaar wordt gemaakt. Hij spreekt zelfs van een epistemisch contract. En Yoshimoto geeft in zijn 100 pagina lang essay ook precies aan waar dat allemaal optreedt en hoe en waarom.
Om even in te gaan op het mensenrechtengebeuren: er zijn geen internationale rechtszaken over bi. Viavia vond ik wel een asielzaak in Canada van een biseksuele Jamaicaan die vreest voor vervolging als ie teruggaat. Hij heeft een tweede kans gekregen maar ik weet niet wat de uitslag is.
Verder is er in Queensland Australië een zaak geweest recent, die totenmet de Hoge Raad is gegaan daar. Twee vrouwen diende een klacht in tegen religieuze intolerantie en schending van hun rechten omdat een rechtse hotemetoot een bumpersticker had die homo’s expliciet de dood toewenste. Hate speech dus. Maar het hof verwierp de klacht omdat een van de twee vrouwen bi was, en niet homoseksueel. Dat is gefixed via het Court of Appeal. En daarmee hebben biseksuelen dus in Queensland een poot om op te staan waar het discriminatie betreft. Een eerste stap zou ik zeggen.
Maar hoe zit dat dan met dat uitgummen van biseksuelen? Wel, zegt Kenji Yoshimoto in zijn 100 pagina groot essay “The epistemic contract” dat in Stanford Law review verscheen, er zijn een drietal redenen voor het monoseksuele systeem om dat te doen. Met “monoseksueel” doelt Yoshimoto op zowel de hetero’s als hun homosuele evenknieën die officieel geen meerpersoonsrelaties en seksualiteit accepteren.
Reden 1 is dat ze gronden hebben om seksuele gerichtheid te stabiliseren. Niets wordt zo onaangenaam gevonden als ondervraagd te worden op zhaar seksualiteit. Of die wel is wat je zegt dat die is. En dan komt het “onveranderbaarheid” argument langs, het idee dat seksuele voorkeur zich niet ontwikkelt, maar “aangeboren” is. En dan is het problematisch dat je moet ‘bewijzen’ dat je echt absoluut alleen maar van hetzelfde dan wel het andere geslacht houdt, want omdat bi bestaat, kan het ook zijn dat je van allebei houdt, niet alleen maar van één walletje snoept. En dat weer ondergraaft de heteronorm, de basis voor het privilege van hetero zijn. En – collectief, analytisch gezien – zijn homo’s die monoseksueel zijn, zich alleen maar bij de meerderheid aan het inlikken. Het is ook een wankel concept: waar plaats je vrouwen die zowel van femmes als van butches houden? Die vallen voor verschillende genders, maar voor een geslacht. Het suggereert dat gender biologisch is gedefinieerd ipv cultureel.
Voor de duidelijkheid: het zal mij worst zijn wat je precies doet als persoon, welke keuzes je maakt, maar maatschappelijk gezien is de enorme hoeveelheid monoseksuelen en heteroseksuelen gewoon verdacht.
De tweede reden voor het uitgummen van biseksualiteit. Zegt Yoshimoto, is het overeind houden van geslacht als belangrijkste differentiatie tussen mensen. “”Retaining sex als dominant metric of differentiation”. In het grootste deel van de Westerse (of Westers beïnvloede) wereld geldt je aantrekkingskracht voor ‘het andere geslacht’ als maatstaf voor succes. Voor homo’s (we hebben het hier vooral over mannen) is separatisme, je leven leven met alleen maar mannen een bekende “hobby”. Heel wat homomannen steken veel energie in homocultureel leven: via de homokapper naar de homokroeg zeg maar. En dan is bi zijn een bedreiging. Dat breekt je mannelijkheidsimago open.
De derde reden is het huwelijk, het monogame huwelijk. Ongeacht of dit nu een homohuwelijk of een heterohuwelijk is. De favoriete en enige wettelijke vorm van koppelvorming in de westerse wereld is monogamie. Bigamie of polygamie mag niet. Biseksuele mannen vooral hebben last van het stigma dat zij persoonlijk HIV in de heterowereld hebben gebracht. En bi’s – mannen, vrouwen of anders – worden in de verschillende scenes niet vertrouwd, want ze kunnen er wel eens met iemand van het gander geslacht vandoor gaan. Wat slecht is voor de isolatie, de kwetsbare trots van de gemeenschap.
Terug naar de juridische context: we zien dat in het sociale bi grotendeels als niet acceptabel wordt gezien, met verschillende argumenten en voor verschillende groepen. In de juridische wereld is dat ook zo, nog sterker zelfs. Waar het al bestaat, erkend wordt, is het zoveel mogelijk verdonkeremaand, want het compliceert wetgeving en rechtspraak alleen maar. Kijk in Nederland naar de discussie om de AWGB en artikel 1 Grondwet: politici willen er niet aan. Ik wil volgende keer een parlement met een heteroseksuele minderheid; met holebi’s en transen in de meerderheid. Dan veranderen deze zaken in elk geval wel. Of we er verder mee opschieten valt te betwijfelen, maar ja, we wachten nog steeds op de juiste pre-revolutionaire situatie om in actie te kunnen komen.
En verder: drop de bi-bom, ondermijn het heteropatriarchaat!
Deze tekst is geschreven voor de februari uitzending van Radio Queeristan