Rare verschijningen die engelen. Zag ze in Utrecht in het Catharijne Convent op de expo in films van Wim Wenders (“der Himmel über Berlin” and “In weiter Ferne so nah”) en vanavond in de Stadsschouwburg Amsterdam in “Angels in America.”.
Het blijven prachtige verschijningen, engelen. Kan me niet herinneren dat ik er zelf een heb ontmoet. Wel ben ik zelf afentoe een engel genoemd. En niet in de zin van een lieverd (nuja, ook wel waarschijnlijk). Maar meer als ange gardien, engelbewaarder, bode. En in Orval, een dorp aan de Frans-Belgische grens geniet ik ook graag van bier en kaas in café-restaurant “L’ange gardien”. Orval is sinds jaren mijn lievelingsbier en ik ben nu al twee keer in het dorp geweest. Zonder het klooster of de brouwerij echt te bezoeken overigens.
In Angels in America is de engel een bode, een verstorende interventie in de door AIDS verscheurde wereld. maar de mens (Prior Walter) pikt dit niet. En als een ware Jacob vecht hij uit wanhoop met de engel. “Ik laat u niet gaan tenzij gij mij zegent”.
Voor mij persoonlijk heeft het verhaal van Jacob en de engel ook een speciale persoonlijke betekenis. Jacob had ooit zijn oudere broer Esau belazerd door hun stervende vader de eerstgeborene zegen af te troggelen. Jacob was zijn schoonvader Laban ontvlucht na twintig jaren dienst, met een flinke hoeveelheid rijkdommen aan vee plus diens dochter Rachel. En hij was onderweg zich met die rijkdommen met zijn broer Esau te verzoenen, af te kopen eigenlijk. In de nacht ontmoet Jacob dan een engel, waneer hij ten leste zelf de beek Jabbok wil oversteken om in veiligheid te komen. Hij vond tenslotte Laban en zijn broer Esau tegenover zich tdoor zijn “hdanigheden”. Jacob betekeknt ook Beetnemer, Bedrieger, hielenlichter. De handigerd had al de zegen van zijn vader afgesmeekt onder valse voorwendselen (zich voordoend als zijn veel zwaarder behaarde oudere broer, door een bokkenvel om zijn armen te doen). Logsich dat Esau pissed off is. En dan ook nog met flink wat vee van zijn schoonvader stiekem vertrekken. Lekkere jongen die Jacob.
Het toeval wil dat ik vroeger ook Jacob, Jaap heette. En in mijn geval is dat natuurlijk een lachtertje. Ben niet zo’n slimme machineerder. Heb daarvoor ook teveel ethiek en moraal meegekregen. Maar ja, ooit kwam ik ook mijn engel tegen, streed ik met hem en ben ik als Judith verder gegaan. Maar een beetnemer, bedrieger ben ik in zekere zin natuurlijk wel geweest: iedereen dacht dat ik een jongen was en zou blijven, Echter Surprise! Op mijn negenentwinstigste kom ik er achter dat het toch best ernstig anders ligt. De zegen van de engel is wat mij betreft dat ik de kans heb gekregen (genomen?) om vreer te worden niet simpelweg een transvrouw te zijn, waar het in het begin op leek.
Alleen heb ik nooit enige affiniteit met de naam Israël gehad. Zoals de engel Jacob noemde na afloop: gij hebt gevochten met God. Deed me waarschijnlijk teveel aan de kreupele staat Israël denken, die steunt op de krukken die Palestina heten.
Ik ben van Jacob naar Judith gegaan. En heb een duidelijke affiniteit met de aartsengel Michaël, de zwaarddrager. Ze zijn allemaal best strijdlustig: Jacob op z’n eigen slimme manier, Judith als slimme weduwe die een heel leger hoofdeloos maakt en Michaël die het Paradijs bewaakt met vlammend zwaard. En dan vraag ik me nog af hoe ik zo militant kom …
Die films moet je overigens absoluut zien: Der Himmel über Berlin en Angels in America.
Een ‘ange gardien’ heb ik ook. Nooit gezien, maar zeer betrouwbaar in geval van nood.
En jij bent ook een engel :-D!