Nu wilde ik gisteren eigenlijk naar een bijeenkomst van “rokkende mannen” gaan. Dat zijn dus mannen die afentoe of vaker in rok lopen. Een vriendschapsbezoek afleggen als vreer en Noodle naar mannen die het durven de kledinggrenzen te overschrijden. Daar kwam helaas niets van terecht, maar in de kroeg zag ik dat het LAFF nu is.
Het LAFF is het Latijns Amerikaans Film Festival. Een jaarlijks in Utrecht in het Louis Hartlooper Complex plaatsvindend festival met muziek, discussie en films over en uit Latijns Amerika, voornamelijk Spaanstalig Zuid-Amerika overigens. En laat het thema dit jaar nou Chili zijn. Ik had geen idee van het programma, maar ik ben Kafé België maar uitgegaan en erheen gelopen.
Bleek dat er – zeker voor een oude socialist als ik – interessant drieluik draaide: La batalla de Chile van Patricio Guzmán. Het is een drieluik dat onder vaak moeilijke omstandigheden is gefilmd over de zware crisis in Chili dankzij de economische boycot van de VS waardoor er aan van alles gebrek was. De rechtse oppositie organiseerde uit onvrede met het gevolgde beleid een nationale transportstaking van de bazen: alleen publiek transport reed nog.
Ondertussen waren de arbeiders doorgegaan met werken: die waren solidair met de regering en weigerden het werk neer te leggen. Zodoende ontstond langzamerhand een situatie waarin arbeiders en boeren de feitelijke bezitters van de produktiemiddelen (grondstoffen, land, machines, ..) waren. Wekelijks gingen ze de straat op om meer mogelijkheden te eisen van de regering en aan te geven dat zij verder wilden. Wat begon met “Allende, Allende, el pueblo te defiende” (“Allende, het volk verdedigt je”) werd langzamerhand “Trabajadores al poder” en “Crear crear poder popular” (Arbeiders aan de macht! creëer volksmacht). Er werden “sowjets” opgericht, arbeiders hielpen boeren bij lndbezettngen om meer en beter te produceren. Er was een pre-revolutionaire situatie onstaatndie niet makkelijk was voor de regering. Want die had te maken met een harde economische boycot en een steeds feller verzet van de grootgrondbezitters en industriëlen. Allende en de zijnen waren met handen en voeten aan wetgeving van de burgerlijke staat gebonden. Het is een open vraag gebleven wat er was gebeurd als Allende met steun van de werkende bevolking de staat had ‘onteigend’.
Dit derde deel wat ik heb gezien eindigt nog voor de coup. Mogelijk is het daardoor des te indrukwekkender: je ziet de kracht van een volksbeweging zonder dat inmiddels bekende beelden van enorm geweld afleiden van de impact.
Voor mij geeeft het aan dat – zeker in die jaren – wanneer je wilt, wanner je je verenigt, wél iets in de melk te brokkelen hebt. Dat je eisen kun stellen. Dat is de historische kracht van vakbonden en van zelfbestuur. Ik denk dat het nu ook kan, maar door de geliberalisserde economie en verplinerde en tegelijk geconcentreerde eigendomsverhoudingen ook wel moeilijker om echt resultaat te boeken. Meer dan ooit zal een wereldwijde “Unidad Popular” (Volkseenheid) nodig zijn.