Believe the survivors

A short note on the need of codes of conduct and ethical behaviour anyway:

One thing the #metoo (rightful) cabal makes clear is that sexual assault and misbehaviour takes place everywhere. From inappropriate touching (definitely also on #IEWarsaw2017, The ILGA Europe Warsaw Conference) to full blown assault.

Less attention gets the psychological violence people – again mostly (trans/cis/intersex) women – are subjected to. As feminists (of all genders, colours and classes) all over the world make clear: there is nothing new in this and it is *always* a power question. The perpetrator cannot get their way through consent and thus resorts to forms of violence.

There is also a lot of talk about responsibility. That reminds us directly of the “she gave reason” debates around dress, looks and puts the blame with the victim. It ties in with (cis) masculinist thought. Television talk shows doubt and debate the women, or even invite women who are “tired of the whole thing”. In the Dutch talk shows they were all white middle age cis women (also all or most straight). With a good career. White feminists – where white points at the target group more than skin colour per se. Who most probably have been targeted also, and maybe also were perpetrators on any level, as women are all but free from being abusers. 

The “lookism” element of “You must have asked for it by wearing a short skirt/biking alone in the night/not defending yourself” is blatant sexism and victim blaming. Plus it obfuscates the whole power element. Popular science author and columnist Asha ten Broeke wrote in her most recent column (https://www.volkskrant.nl/opinie/asha-ten-broeke-slachtoffers-van-misbruik-geloof-ik-dat-is-een-morele-kwestie~a4529748/) around the publicity that sexual assault finally gets, there is a problem with the reasoning the perpetrator is innocent until proven guilty. While being a good legal principle, the opinion that only a legal decision brings clarity and culpability is problematic. Why this is problematic is twofold. First it is by definition a power question. Both the violence, the trespassing behaviour, and the legal process. Legal power should be equal for both parties but cuts to legal aid often weaken the position for women in court. Second there is the patriarchal culture in which we live that grants women or feminized persons less credibility.

Victims of sexual assault often don’t turn to the police. Out of shame, out of fear (the perpetrator often is not the man in the park in the dark). In the Weinstein case it now is known he went out of his way to convince the women not to do anything against him. The survivors are often scolded, treated with disbelief. Stigma is huge and support often limited, solidarity usually absent. Ten Broeke states in her column: believing the survivor is a moral obligation as legal proof in case of sexual assault and rape often is difficult, if the case gets to court at all. “The law is no substitute for morality”, Edward Snowden is quoted. Nor is moral indignation an alternative to legal procedures. On the contrary it calls for better laws and procedures to strengthen the victim’s position. And also here it is really important which thoughts think thoughts (Donna Haraway). Remember: law is never neutral. From which mindset do you approach reform? Why?What is your aim? The consequence of Believe the Victim is far stretching: it decentres the victor’s discourse, it lends credibility to the story of the assaulted, empowers them and thus corrects the power imbalance.

The law is no substitute for morality
(Edward Snowden)

In the beginning I referred to the recent annual ILGA Europe Conference. Because the queer community is not free of sexual or mental. Emotional abuse either. Many more are survivors than there are perpetrators, but given that abuse is about power and using extreme ways to get your way – be it emotional or physical – it happens there also. One person told they were touched on their chest in an inappropriate way by an ILGA Europe (cis male) board member, and more extreme is what happened last year at ILGA World’s Conference in Bangkok. There it appeared neither the intersex community is free of this. An OII associated trans-intersex man committed a full scale attack to a non-intersex female scholar and advocate and is still intent on destroying her advocacy work by spreading lies about her. And as a man, his story gets more credibility than hers. He has success, her work and credibility suffers from his hate campaign. I am sure similar phenomena also happen in trans organisations and movements.

Abuse is also a queer thing

As we stand for social justice, we need to realise this and put the interests of the victims before our friendships and loyalties. To be honest with ourselves and acknowledge the #ihave that also may be present as systems and structures work through people. And we need to #BelieveTheVictims (https://twitter.com/hashtag/BelieveTheVictims). That is a moral obligation. The more for queers who know self doubt and disbelief.

Down memory lane

From time to time I ask myself when all the gender stuff started, what might have been the first indication. There all kinds of hints in my past, but one that I do remember with a past fondness is that in 1978 there was a hit song by Robert Palmer, called “Best of both worlds”. I found that song incredibly fascinating and already in those days wondered why. Looking back it must have been the “both worlds” thing. Of course it was. More than all the other things.

So here is to the old days.

Gendermoeheid

Ik moet iets bekennen. Ik ben chronisch gendermoe. Ik heb het helemaal gehad met gender als serieuze categorie, als iets van Belang. Buiten werktijden heb ik geen gender meer, of waait het echt alle kanten op, ik houd mn gender niet meer binnen, het waait maar lekker rond.

Die gendermoeheid ligt deels bij de maatschappij als geheel die nog steeds helemaal doordesemd is van het roze en blauw en andere vormen, kleuren en smaken van gender. En zeker ook aan de reaguurders. De halve garen, de borrelende, stinkende onderbuik van talloze mensen die hun diarree laten lopen zodra er iets positiefs voor gendercreatieve mensen komt. Of het nou de melding van de NS betreft dat die per januari overgaat op “Beste reizigers” i.p.v. het oeroude beperkte en suffe “Dames en heren”. Of de gemeente Amsterdam met “regenboogtaaltips”, en nu weer de HEMA die voortaan genderneutrale kinderkleren gaat verkopen. Zodat meisjes niet meer allen roze en/of bloemetjes ondergoed hoeven kopen of semi clandestien naar de jongensafdeling. Wat een opluchting zal dat zijn voor ze! Dat ze niet meer in dat keurslijf worden gedwongen.Foto van de Genderboot tijden s Amsteam Canal Pride 2010 (C) Daphne Channah Horn). KLeurrijke boot met mensen met borden warop teksten staan "Wat bent zeg je zelf" "Drag queen" "Transgender"

Maar ik heb nog wel wat te verhapstukken met dit “genderneutraal” dan wel “androgyn” (die term is geloof ik aardig uit de mode aan het raken). Want de zeer terechte kritiek op androgyn is dat het vooral gaat om slanke, jonge witte mensen van ideaal (niet te lang niet te kort; niet te dik, vaak wel te dun) formaat en dan vooral jonge (cis)vrouwen die een wit overhemd en een strop omdoen. Doe mar eens een search nar plaatjes met androgyn als sleutelwoord: tenenkrommend wit en slank en ‘neutraal’ (not really). Dat geldt ook wanneer ze zwart zijn (zoals hier bij Huffington Post: http://www.huffingtonpost.com/anita-dolce-vita/beyond-ruby-rose-5-androg_b_8094084.html). Genderneutraal, androgynie is zelden een dikke butch, een grote vrouwelijke man. Die laatsten worden sowieso niet geacht vrouwelijk te zijn, uit een vaag soort biologisme. Mensen hebben geen idee wat het kost om een groot lichaam zo straight te houden! Veel gemakkelijker lekker te swayen, met die lengte. Zullen vast wel TERFs (Trans Excluding Radical Feminists, veelal oudere witte cisfeministes die in navolging van Janice Raymond vinden dat transvrouwen slechts omgebouwde mannen zijn als list van het patriarchaat) zijn die dat vinden. Kortom: genderneutraal kan en moet veel gevarieerder. Opheffen die grenzen tussen kledinghokjes (figuurlijk dan) En te beginnen bij kinderen ook mogelijk maken dat jongens wel gebloemde en roze hartjes onderbroeken dragen. En hemden met spaghettibandjes en kantjes eraan. Wat is er tegen jongens met een pistoolloze roos en glitter of pailletten op hun shirt? Met lang haar en een vriendelijke uitdrukking? Wat is er tegen jongens die eigenlijk niet zo erg jongensachtig meer zijn (sorry, SIRE)

En voor wie erg makkelijk is hun denken: nee, dit betekent niet het einde aan trans of aan trans-medisch ingrijpen. Misschien wel het tegendeel. Het betekent wel het normaliseren van vrouwelijkheid, meer zachte, vriendelijke, invoelende jongens en anderen. Trans is net zo’n constructie als man of vrouw of homo en hetero. Historisch bedacht, gegroeid en uitgewerkt. Tuurlijk de rolafwijkende gevoelens en gedragingen blijven bestaan en bestonden altijd al. Maar iedere tijd en plaats heeft er een eigen naam voor. Dus die VU-keuringspsychologen hebben nog wel even werk 😉

Magoed, HEMA dus. En de NS. Leuk hoor, goed hoor, maar is alleen stoer niet wat te weinig? Had je eigenlijk niet nog meer ook aandacht moeten geven aan meisjeachtige niet-meisjes? En het hebben over jongensachtige niet-jongens? Er zijn zoveel soorten gender! He is eigenlijk ook zinloos om dat bij te houden, te registreren, te codificeren. Ik moest laatst zelfs m’n eigen gender opzoeken! Had geen idee meer – het was “elissogender”overigens. Want gender, schmender. Who gives a fuck for gender these days? Behalve de onderbuiklopers dan.

Kunnen we nou weer praten over hoe we het fascisme en de het racisme internationaal de kop indrukken? Hoe we een queer, antikapitalistisch, dekoloniaal, non-validistisch solidair en inclusief verzet tegen de voortdurende beroving van de werkenden, de studenten en de uitkeringsgerechtigden organiseren? Fijn!

Women’s march Amsterdam 11-3-2017

Goedemiddag

Ik ben dus vreer, oprichter van het eerste genderqueer collectief in Nederland, zo’n zestien jaar geleden. En een genderqueer, da’s zoiets als een genderzwerver. Iemand die niet in een van de twee enige legale en legitieme genderhokjes (man en vrouw) past. Ik zwerf daar zo’n beetje tussen of buiten

Waarom ben ik hier

Ik loop mee om een queer geluid af te geven met het queer blok. De demo is veel te veel een allemansvriend in opzet, nauwelijks kritisch. Als ik jullie zie valt me dat best mee, maar met LHBT vriendelijkheid onderscheid je je echt niet als progressief. Dat doet iedereen behalve de SGP tenslotte.

Waar hoop ik op, waar moet de mars aan bijdragen?

De mars moet bijdragen aan een queer, transgender, feministische, zwarte meerderheid die zorgt dat wij gehoord worden. Want met ons allen zijn weij die meerderheid.

En als het echt goed gaat, krijgen we in de woorden van Simone van Saarloos een verliezer als premier. Een vluchteling, een travestiet, een zwarte vrouw, iemand die een abortus heeft ondergaan. Daar ga ik voor.

Wat wil ik meegeven?

Laat je niet inpakken, kijk naar hoe partijen scoren over de hele breedte. Ga stemmen, en stem links. Want dan heb je de grootste kans dat je feministische idealen overeind blijven. Maar stemmen is slechts een heel klein element een superkleine en nu superbelangrijke daad in je politiek leven. Als je feminisme je lief is, als je leven je lief is, dan ga vaker de straat op, en benut je ieder moment om de boel te verbeteren. En iets sufs als “Nederlandse cultuur of “Nederlandse identiteit” is NIET wat belangrijk is. Racisme is belangrijk, het klimaat is belangrijk, economische rechtvaardigheid is belangrijk.

Waartoe roep ik op?
Ik roep op tot verzet tegen de heersende moraal, verzet tegen mannenmacht. En tot solidariteit, met vluchtelingen, met uitkeringstrekkers, met transgenders en interseksepersonen. Ik roep op tot verzet tegen haat en lauwheid, tegen bazen en haantjes.

“Transseksueel” is gezeur

Het is nu al jaren dat een groep alleen ervarende en niet reflecterende groep transpersonen op hun beurt het begrip transseksueel in leven houdt. Met als argument dat zij, in tegenstelling tot andere transpersonen, de enigen zijn die echt lijden. En ik heb het gehad daarmee.
Men zegt: transseksueel is wie “helemaal” omgaat, het lichaam grondig, ook genitaal, laat aanpassen. Wie een nood, een behoefte heeft tot ‘complete’ aanpassing. Voor hen is transgender hooguit een synoniem voor transseksueel. Maar er zijn best een aantal problemen met het idee van transseksueel. Los van de beperkende definitie ervan. Transseksueel kon in de jaren 1980 en 1990, daarna had het uitgestorven moeten raken.

Want het begrip transseksueel vindt zijn basis in psychiatrische classificaties. En de professionals die deze classificaties gebruiken hebben allemaal zo hun ideeën wat een geslaagde gendertransitie inhoudt.

Als je iets verder kijkt dan je transseksuele neus lang is, dan kun je ontdekken dat heel veel mensen – ook in onze buurlanden – alleen hun papieren kunnen veranderen, alleen hun lichaam aan hun behoeftes kunnen aanpassen, als ze akkoord gaan met de diagnose transseksueel.

Waar komt “transseksueel” vandaan? Wat beschrijft het?

Transseksueel is vooral dankzij Harry Benjamin bekend geworden. Zijn boek The Transsexual Phenomenon uit 1966 is jaren lang de Bijbel voor transmensen geweest. Wie het als een handboek, een how-to, gebruikte, was bijna zeker van acceptatie door behandelaars voor een geslachtsaanpassende behandeling. Als je je daarbij ook nog decent vrouwelijk gedroeg en als hetero afficheerde zat je goed. En in tijden van zeer strenge selectie geldt dat je alles doet om er doorheen te komen.

Heden ten dage is dat wereldwijd nog steeds een probleem. Er zijn maar een paar landen waar de regels om van gender/geslacht te mogen veranderen (wettelijk dus, qua paspoort en geboorteakte) “redelijk” zijn of zelfs goed en conform mensenrechten. Dan heb je het over Argentinië als eerste (2012), Ierland (2014), Malta (2015), Noorwegen (2016), Denemarken (2014), Colombia (2014), … Nee, Nederland staat er niet bij want de senaat was overwegend te transfoob om te geloven dat genderkinderen serieus zijn en het echt weten van zichzelf. En in Wit-Rusland is psychiatrische observatie op een gesloten afdeling een voorwaarde om (wettelijk en wettig) van geslacht te mogen veranderen.

Dat “genderidentiteitsstoornis”, met specificaties als transseksualiteit, in psychiatrische (afdelingen van) classificaties staat, tegelijk is binnengekomen met het verdwijnen van homoseksualiteit, geeft aan dat het de dames en heren medici en psycho-professionals te doen was om genderdeviatie, afwijking van de gendernorm. Eerst was homo-zijn verdacht en ziekelijk, nu geldt dat nog steeds voor transgender. En de verandering voor de ICD-11 (enige echte gezaghebbende universele classificatie, wetenschappelijk verantwoord) is ook nog niet helemaal zeker. Noch afdoende.

Gegeven bovengenoemde voorwaarden is het niet raar dat mensen zich transseksueel zijn gaan noemen. Maar nu we ons breed aan het emanciperen zijn, en we al een tijd transgender als eigen term hebben, wordt het tijd ons te bevrijden van een diagnose die ons allerlei kwalen aanpraat.

Zoals de holebi’s (homo’s, lesbo’s en bi’s) zich na depathologisering flink hebben geëmancipeerd, is het tijd dat we dat als transgenders ook eindelijk gaan doen. En dat we beseffen dat onze individuele nood tot het aanpassen van ons lichaam voor een heel groot deel voorkomt uit minderheidsstress: omdat we ons anders voelen worden we niet geaccepteerd en krijgen we allerhande stressverschijnselen. Zodra men ons ook leest als man of vrouw, accepteert men ons ook meer. Maar diverse groepen transmensen die om verschillende redenen niet een heel lichaamsaanpassend proces kunnen of willen ingaan, worden niet geaccepteerd voor wettelijke verandering. En trans-zijn zonder litteken is nog steeds verdacht in Nederland dan ben je niet echt.
Transseksueel is een term die een onderdrukkende helper ons heeft aangeleerd. In feite is het gaslighting: vertellen dat het niet klopt wat je voelt, het moet fout zijn, het is cissplaining want zij weten het natuurlijk beter.

Volledige verandering

De oude wet in Nederland (RIP 2015) eiste nog een zo volledig mogelijke aanpassing aan het andere geslacht. Men eiste dus een overstap, dissidente lichamen konden niet, waren outlawed, buiten de wet gesteld. Nu niet meer. De wetgever vindt dat je dat niet maag eisen. En aangezien de hetero-norm toch juridisch al 15 jaar geleden een gevoelige slag is toegebracht middels de openstelling van het huwelijk voor stellen van ‘hetzelfde geslacht’, is het juridisch ook niet meer zin vol (of consequent om wel aanpassing van translichamen te eisen. Niet dat de wetgever nu helemaal om is, want de staatscommissie meerouderschap heeft toch paal en perk willen stellen aan het aantal ouders (vier maximaal) en heeft niets substantieels gezegd over transgender, een gemiste kans. De angst van de wetgever is verschoven naar kinderen, conform de morele paniek sinds de jaren 1980. Om hen te beschermen moet er heel paternalistisch een deskundige kijken of we wel weten wat we willen. Voor de kinderen moet er een diagnose komen die genderdiversiteit als pathologisch labelt. Want er is geen enkele medische reden om pre-puberale kinderen te behandelen.

De enige “volledige verandering” die goed is, is het volledig afschaffen van genderregistratie. Het hoort de staat niet te interesseren wat voor lichaam wij hebben. Uit het oogpunt van biopolitiek en volksgezondheid is er een interesse in gezonde mensen. Maar dat wordt begrensd door ieders recht op autonomie. Op dezelfde grond moet de staat zich ook niet tegen abortus aan bemoeien behalve zorgen dat dat veilig kan (en veiliger, lichaamsvriendelijker methoden van preventie stimuleren).

Tegen een derde gender, voor afschaffing van de registratie

Genderregistratie (in het geboorteregister) is er niet omdat de mensen dat zo leuk vinden. Die is er gekomen voor het kunnen scheiden van mannen en vrouwen voor de militaire dienstplicht. En een voortdurend resultaat van die scheiding is de ongelijke beloning van mannen en vrouwen (anderen bestaan niet maar worden nog ongelijker beloond zodra ze worden herkend). Genderregistratie is er niet voor ons. Dus moeten we hem ook niet willen. We moeten hem willen afschaffen. Derde gender is eigenlijk onzin. Want dat gaan ze zien als telbaar derde, en kan aangevuld met een vierde en vijfde. En wie weet wat voor ongelijkheden daar nu weer uit voortkomen. De overheid is niet perse onze beste vriend. Ze heeft het erover dat je je moet invechten in de maatschappij, wil meer bevoegdheden voor politie en inlichtingendiensten zodat die als het fout gaat ons extra makkelijk kunnen opsporen. Ons, want we zijn niet allemaal brave witte ons-nergens-mee-bemoeiende burgers. Ook transmensen moeten Signal gaan gebruiken i.p.v. Whatsapp, als je privacy je lief is. Hoe minder de overheid van je weet, des te beter.

Be whoever you want to be. Maar waarom wil je een definitie van anderen gebruiken als we eigen hebben; talloze eigen inmiddels! Er is genderqueer en zoveel meer tegenwoordig). En vecht voor je recht, ons aller recht om te kunnen zijn zonder lastig gevallen te worden daarom.

Of black women and elephants

Somehow elephants became significant in my life this year. And black women. Mostly through literature, but also in real life. The elephants through Alastair Reynolds novels, the Poseidon’s Children series. The women though the same Poseidon’s Children and through Octavia Butler’s Xenogenesis.

 

cover of Blue Remembered Earth, with a blue earth in the background, trees and people below it in the foreground

Xenogenesis (also known as Lilith’s Brood) is a complicated and very readable story about post-nuclear conflict earth from which humans are salvaged by an alien species, the Oankali, that are partially humaniform but also with tentacles and orifices where humans don’t have them, tentacles that are senses and with which they can see, feel and even heal. Ooloi are their third sex/gender relatives who are perfect healers, fond of cell malformations like cancers. The first person to be awakened is Lilith Iyapo, a black woman who then is to awaken other humans. The books touch important issues like autonomy, colonialism, hierarchy and conflict prone behaviour. Lilith is the First, the Mother, la Chingada, the Guide1. Communities of Resisters, are founded by humans who don’t want to be protected against radiation and disease (one of the first things the Oankali do). They shiver at the idea of mating with an Oankali in between, losing their human essence. Better to be fallible and human than to be hybrid. Bands of Resister men plan raids on villages to steal the most human looking children and take women for their communities. Of course racism and sexism are rampant in the Resister community. When the stage has been set, the books tell about the trouble and joy of constructing a new world plus a pure human civilisation on Mars where Resisters can be fertile and try again. In the last part the trouble of a human Ooloi construct, Jodahs, is related, a healer with all too human inclinations for falling in love with the grossly imperfect humans.

According to Blue Remembered Earth and its successors On the Steel Breeze and Poseidon’s Wake, in Kenya, it was Geoffrey Akinya who started out with scientific experiments to see what the elephants of his herd saw, through implants and a second viewer possibility, an inter-species brain share. This was still pretty primitive but a robot inhabiting figment of his grandmother Eunice Akinya succeeded to cognitively enhance them and thus create Tantors who could count, add, divide and later even reason. In Poseidon’s Wake there is even a group of Risen, renegade Tantors who became hostile towards their enhancers, the humans. Not really strange considering the ages old onslaught of elephants for their tuskers.

Line of African elephants walking in the savanne

While the story begins a bit troublesome, with a human who (first) enhances the elephants slightly for his own ideas, later they become intelligent and even space faring. Regularly the perspective shifts to the Risen’s perspective. When matriarch Dakota uses the humans for her own goal conflict arises but in the end both get a better understanding of each others perspective.

The novels are great because the main characters are black women and elephants. The men are less significant. When at a certain moment in time a message from outer space reaches a new (extra-galactic) human colony, it is sent by Eunice to her granddaughter (in a lesbian relationship), not her grandson. The women make the greatest discoveries and there are third gender characters indicated with “ve”, “ver” and “vis”. Like the main scientist, Travertine. And the emphasis is always on the characters acts, not their gender or sexuality.

Alastair Reynolds (well known for his Revelation Space space opera) knowledge of cutting edge science and black and women centered non-binary inclusive books are a delight to read, the more in these conflict ridden times.

In these conflictful times with strong racist tendencies the books are a delight to read as a depicting how things can be different. Both set after almost humanity destroying conflicts, they imagine a different better life. Though in order to get there humanity needs to confront another type of elephant also: the elephant in the room. Because almost all but the Marxist inspired left (anarchists included here) fail to see the the issue is with the unholy trinity of patriarchy, racism and capitalism. Generally people find themselves rather progressive in rejecting neoliberalism, SOGIE2 discrimination and racism. Their alternative is a vague sort of less painful capitalism; a capitalism losing its edge. A liberal capitalism, a capitalism light because we went too far. It hurts too hard at home also, too much in their face and neoliberalism doesn’t willful its promises. These opinion makers and politicians need to go back to school and study some political economy, plus feminism, anti-racism, human rights. Crises are endemic to capitalism, without them there is no capitalism. Apart from the revolutionary left no one has sound ideas how to transition away from capitalism, way from patriarchy so all non cis men (and even they) will have a decent life. Transform into a really post-racial society where ideas and structures that institutionalise raciality belong to the past. A world where respect for animals, people, plants, all nature is part and parcel of life. The 2 degrees of the Paris Agreements are too high and we are getting there far too soon. The solution – although it needs more detailing – is there: socialise the means of production (labour, ground, capital, information) and start working towards a quick transition to an ecosocialism that is inclusive of all ‘minorities’.

That is my desire for 2017 and if you want to participate, you are most welcome.

1For a great article on these books see https://muse.jhu.edu/article/521541
2SOGIE: Sexual Orientation, Gender Identity and Expression

Wat een jaar

Dit jaar regent het doden en slechte ontwikkelingen. Het begon met David Bowie, daarna kwam Prince, aan het eind van het jaar Leonard Cohen, Mohammed Ali, George Michael en Carrie Fisher (princess Leia Organa). Politiek-economisch is het ook geen best jaar, met de vernietiging van Aleppo, de coup in Turkije van Erdogan voor Erdogan en de doorgaande vernietiging van Turks Koerdistan. En natuurlijk de golf van nationalistisch een white supremacist winsten in verkiezingen en politieke campagnes.

OK, er gebeuren ook goede dingen. Welke messias of heldin/ges er nu geboren is weten we pas over een paar jaar, maar er is het feit van stevige groei van Black Lives Matter, het geslaagde verzet tegen Keystone XL pijplijn in de VS, de voortdurende opstand van de Sioux in Dakota tegen de Dakota Acces Pipeline, een aarzelende versterking van verzet. Ook in Nederland is mijn indruk. De strijd tegen blackface, Zwarte Piet, is moreel gesproken vrijwel gewonnen want er zijn geen fatsoenlijke argumenten meer tegen in te brengen en het verzet ertegen laat zich voor zover georganiseerd aardig in de fascistische kaart kijken (NVU die mag demonstreren, anti-Zwarte Piet wordt gewelddadig aangehouden). Het verzet groeit. En ik draag mijn doorgaans virtuele steentje bij door veel door te geven.

Tot overmaat van ramp ben ik meer dan een half jaar couch potato geweest wegens een gebroken enkel (de andere deze keer ;o) ) die ook nog eens slecht heelde. Zo kwam op een gegeven moment een schroefje uit mijn been zetten. Best absurd een stukje cyborg naar buiten te zien groeien, maar de bacteriële ontsteking die de oorzaak ervan was, was minder fijn. Met een stevige en langdurige kuur is alles weer goed gekomen en inmiddels loop ik weer als een kievit. Zo’n tijd lang binnenzitten leidt helaas tot conditie verlies en gewichtstoename. Maar ook tot meer rust en ideeën. Zo ben ik zekerder dat mijn (activisten)toekomst vooralsnog ligt in het kritiseren en verbeteren van de Nederlandse en misschien ook buitenlandse transzorg. En in het algemeen ben ik vooral een linkse activist en veel andere zaken zijn voor mij aan die twee ondergeschikt.

Ondertussen heb ik toch ook de nodige dingen gedaan, is het evengoed een druk jaar geweest: twee ICD en WPATH gerelateerde bijeenkomsten, waarvan ik er één heb georganiseerd (logistiek), meedoen met organiseren van Free PATHH (met volgend jaar een Belgrado editie!), (mee)organiseren IIRE queer seminar met prachtige mensen en discussies, deelnemen aan Pride conferenties. En op 10 december is het lang verhoopte rapport van Principle 17 uitgekomen, over de staat van transzorg in Nederland. Toch een kleine droom die ik heb gerealiseerd met vallen en opstaan. Nu komende maand het in Den Haag onder de aandacht zien te krijgen. Want daar worden de voorwaarden voor het beleid gemaakt en ligt uiteindelijk de controle over hoe zorg moet worden geregeld. Als het goed gaat, zal men snappen dat in elk geval voor transzorg het roer om moet.

In juni ben ik in Bologna herkozen voor TGEU’s Steering Committee waar ik erg blij mee ben en ik heb ook weer veel energie om daar verder te helpen een goed Europees netwerk verder te vormen. Zodat we resultaten kunnen boeken. Er gebeurt veel en kijk vooral op site en sociale media. We kiezen steeds duidelijker voor de onderliggende partij, ook binnen de transgemeenschap. Nou de organisatie zelf daar een afspiegeling van laten worden, zodat het geborgd wordt.

Van de zomer heb ik een trans/intersekse huwelijk mogen meemaken in Bretagne met een filmfestival eraan vast, naar Brazilië geweest voor het AWID Forum wat geweldig was: zo’n tweeduizend feministen op een kluitje aan de noordelijke kust die samen kijken hoe we de strijd inclusiever kunnen voeren. Wereldfeminisme is inspirerend (Nederlands feminisme totaal niet). Er was een sterk Black Feminism Forum voorafgaand (soort preconferentie) en met ca. 90% vrouwen (cis, inter of trans) is het een heerlijk relaxende omgeving. We merkten dat op de laatste avond er steeds meer gewono’s kwamen doordat de atmosfeer drastisch veranderde. En dan moet je zelf ook weer terug naar de heteronormatieve wereld.

En als laatste maar zeker niet minste had ik het voorrecht naar de ILGA wereldconferentie in Bangkok te mogen gaan. En ik kon er nog even blijven ook, met leuk gezelschap. Een LGBTI rechtenconferentie die door twee VN special procedures mandaathouders werd opgeluisterd, met een 700 deelnemers, dat is geweldig. En met zoveel pre-conferenties: trans, intersekse, bi, gezondheid, regionale caucuses … ik ben best bevoorrecht.

In zekere zin ben ik blij dat ik – ook hier – maar aan de rand van het internationale circus hang. Al ben ik regelmatig ook wel jaloers op collega’s die wel de internationale bureaucratie kunnen beïnvloeden en hard werken om die mooie stemresultaten in de VN voor elkaar te krijgen, en verzet onschadelijk te maken. Die naar mooie groeibijeenkomsten van OutRight mogen en in zekere zin tot de LGBTI ‘elite’ behoren. Niet elite in echte zin, daarvoor moeten ze veel te hard zwoegen. Bijna maandelijks in New York of Genève zitten en de ene na de andere brand blussen en anderen opleiden tot mensenrechten-brandjesblusser en preventiefunctionaris, is geen sinecure. Maar jaloers ben ik wel soms. Magoed, mijn benadering op die bijeenkomsten is meestal vooral mensen op mijn manier begeesteren door mijn vrolijk dwarse benadering. En wie wet kan ik toch over niet te lange tijd iets betekenen op dat vlak. En dan internationaal graag, Nederland loopt toch nog steeds traag en er is behoorlijk wat geruzie van ego’s en ongeëmancipeerde transen. Doodvermoeiend soms. Maar als ik in bijna willekeurig welk land en zelfs willekeurig welke bevolkingsgroep kijk, blijkt vrijwel overal dat maar een klein deel actief is. Zij hebben het idee dat ze iets kunnen veranderen, dat ze er toe doen.

Misschien dan ook maar eindigen met een bemoedigend lied van Patti Smith: People have the power.

Leaving the cistem together

This paper (written for the 2016 EuroPride ARC-GS “Proud in Europe?” social sciences conference) looks at different levels of struggle for the rights of trans* and inter*  people; both national and supra-national and more from a resisting movements perspective. I will suggest improvements for a trans* strategy, and indicate possible ways for further inter* activism, extrapolating current tendencies. Lees verder

Fruitsalade en gender

Jarenlang heb ik gedacht dat ik gewoon naief was over m’n eigen gender, dat ik vooral een zoeker was en pas ergens rond m’n dertigste er een kwartje viel en ik het flipperspel begreep. Een aantal gebeurtenissen hebben me langzamerhand op andere gedachten gebracht en doen mij mezelf beter begrijpen. Eén van deze gebeurtenissen was tijdens de WPATH conferentie in Amsterdam op een (afgeladen) minisymposium over vragen rond sociale transitie van genderexpansieve kinderen.

Geleerden, ouders en volksmenners breken hun hoofd over die vraag. Ik kan me dat van de ouders nog het beste voorstellen. Je verwacht dat de gendertoewijzing van je kind klopt. Als je kind als van het mannelijk geslacht te boek staat, het zich ook als jongen en later man (wat voor dan ook) zal ontwikkelen.

In die workshop sprak men over appels, peren en fruitsalade. Sommige zaken zijn helder, je hebt appels en je hebt peren. Die zijn verschillend en behandel je verschillend. De appels in kwestie zijn transkinderen, die heel duidelijk maken dat ze Anders zijn, en dat het om Zijn gaat, niet alleen om Doen. En je hebt peren waarbij het meer om het andere Doen gaat, om de genderexpressie. Die niet perse zich niet een meisje maar een jongen voelen (of v.v.) En dan heb je nog de fruitsalade waar alles door elkaar ligt en vooral duidelijk is dat het niet eenduidig is. Ik ben eigenlijk altijd al fruitsalade geweest, al heb ik m’n appelfase gehad als volwassene. Als kind en jongere was ik gewoon niet fruitbewust. Fruit was moeilijk.

fruitsalade

De presentaties gingen vooral om de vraag wanneer laat zo’n kind nou in sociale transtie gaan. Voor wie is sociale transitie de oplossing? Grofweg zeggen de presentatoren: als duidelijk is dat het om Zijn gaat, om identiteit (en er niet eigenlijk iets anders speelt) laat je ze vooral hun gang gaan en al dan niet geleidelijk van rol veranderen wanneer ze dat willen. En dat willen ze vast al, anders waren de problemen niet zo groot. Dat zijn de appels. Dan heb je de peren die vooral niet blij zijn met de standaard genderexpressie die van hen verwacht wordt, die tegen de verwachtingen in in prinsessenjurken willen lopen (met of zonder rouwdouwgedrag), of die juist vooral alleen stoere broeken en schoenen en kort haar willen. Sommigen van hen ontwikkelen zich later tot appel, sommigen blijven vooral eigenzinnig in hun gendergedrag, en anderen komen in de fruitsalade terecht. Want die fruitsalade, daar zit van alles in. Die fruitsalades vragen vooral creativiteit van de de volwassenen. Ze kunnen OK zijn met het gender op hun geboortebewijs maar dat op een geheel eigen manier interpreteren. Ze kunnen al vroeg genderqueer, agender of pangender zijn. En er is geen enkel bewijs dat degenen die heen en weer gaan tussen genders er slechter aan toe zijn dan wie een eenduidige keuze maakt. Als je ze maar steunt in hun ontwikkeling. Als ze een andere keuze maken, of zelfs als ze verdwalen in het genderweb, hebben ze steun nodig, hulp om zichzelf beter te begrijpen, hun keuze te maken. Niet om in het keurslijf terug te komen. Maar om hun eigen weg te vinden.

Voor volwassenen en adolescenten is daar aardig wat materiaal en discussies over. Maar voor de jongsten is het toch allemaal minder uitgekristalliseerd. En dat geeft enorme kansen. Hét kenmerk van jeugd is verandering, vloeibaarheid. Ideeën als de gender-eenhoorn komen ook van jongeren. In mijn jongere genderjaren zat ik op een Usenetgroep van Australische genderjongeren (16+ neem ik aan) die al uitermate creatief waren en die riepen dat gender geen spectrum is, maar een bol. Van daaruit kom je tot een uitdijend heelal en dat klopt aardig. Het gender (en seksualiteits)heelal is nog steeds flink aan het uitdijen.

De presentatoren zijn clinici en die zijn natuurlijk voorzichtig. In de praktijk zie je dat enerzijds ouders al snel naar hun kinderen luisteren als die hun boodschap duidelijk maken, en dat kinderen steeds jonger hun onvrede duidelijk maken. Ze hebben verschillende manieren, misschien wel zoveel verschillende als er kinderen zijn. Ik wil hier niet te diep ingaan op wat ze allemaal bedenken om aandacht te krijgen voor hun issue. Mijn kennis is toch tweede of derdehands daarin. Het gaat er meer om aan te geven dat als ze de ruimte vinden, genderexpansieve kinderen vaak wel aangeven hoe ze willen zijn. En dat het verstandiger is mee te gaan daarin dan te weigeren.

En als het weer anders moet, helpen we ze daarbij (plaatje van dia in presentatie)

Voor mijzelf concludeer ik dat als ik nu jong was geweest ik vast makkelijker in een passende rol en identiteit was gerold. Anderen had gevonden die ook zo zijn. Had me destijds aardig wat frustraties gescheeld. Maarja, andere tijden, dus ik zou ook iemand anders zijn geworden en dat is toch iets minder want ik ben best blij met mezelf.

I quit, a.k.a. “Lo confieso, renuncio”

Mi querido amigo Pablo ‘Kagu’ Vergara Pérez y su esposa Karen Sánchez López han traducido mi blog tratando de mi deserción hormonal de los rangos de personas trans* desde el Inglés original. Encuentra la aquí abajo. Encuentralo en original en La Trans Tienda.

“No sé exactamente cuándo ocurrió, pero, en un momento dado, me harté de verdad de los estrógenos. Se convirtieron en un estorbo, un obstáculo. O tal vez fue que creía en ellos. Pero todavía soy trans. Quizá aún más.

Cuando a principios de la década de los 90 decidí hacer la transición desde algún punto de la masculinidad, una persona de sexo masculino asignado al nacer, pero que nunca se identificó realmente con él, y que siempre se había distanciado del comportamiento de los niños en la escuela y en la calle, lo primero que pensé fue que seguramente yo no era más que un marica, un maricón, una reinona (bueno, por aquel entonces, todavía una princesa tímida). Como muchxs jóvenes insegurxs de su género y su sexualidad, “experimenté” durante algún tiempo con las relaciones. Tuve una especie de relación heterosexual con una mujer cis ocho años mayor que yo, y también tuve una especie de relación homosexual con un gay cis, también unos ocho años mayor que yo (pero no de la misma edad que mi pareja femenina 😉

En drag a la inauguración del festival de cinema Transcreen en Amsterdam, 2011

En drag a la inauguración del festival de cinema Transcreen en Amsterdam, 2011

Una experiencia reciente me hizo ver con mayor claridad que mi homosexualidad se debe principalmente a la expresión de género, y no tanto a la sexualidad. Y también tengo una hermosa bufanda por eso. Veinte y tantos años después de transicionar para alejarme de la masculinidad, finalmente conseguí la respuesta sobre esta cuestión. Podría haber sido peor.

Cuando por fin me dieron la disputadísima Luz Verde para empezar la terapia de reemplazo hormonal, estaba feliz: me colocó físicamente en el camino que estaba convencidx de que quería o que necesitaba caminar. Soy una persona sencilla, cuando estoy convencidx de algo, estoy convencid*. No es que convencerme sea particularmente fácil, pero una vez convencidx no me alejaré mucho de mis convicciones. Así que, cuando inicié la trayectoria para ser Mujer, me convertí en una fiel seguidora del protocolo y la tradición. Me tomé mis Androcur y Estradiol fielmente, cualesquiera que fueran los efectos. Me alegré (silenciosamente, porque tenía muy pocxs amigxs) con los pechos que empezaban a despuntar y, por supuesto, di por sentado que aparecerían los molestos sentimientos de depresión. Aunque también maldije al castrante Androcur. Yo creía en la ideología transexual (y me refiero a algo completamente diferente a las TERFs(1) o la Mayoría Moral). Maldije sus efectos deprimentes, seguramente unidos a el efecto emocional de los estrógenos. Tomar estos caramelos es como subir a una montaña rusa. Me eduqué a mí mismx en la carrera sociológica trans y femenina. Y todavía estoy muy satisfechx con los resultados.

Pero dejé los estrógenos unos dos años después de la cirugía de afirmación de género. Porque era *demasiado* emocional. Y yo había perdido la pista de quién sentía ser. Quién quería y necesitaba ser. Un psicólogo o un endocrinólogo menos positivo me habría etiquetado como un arrepentimiento o un abandono. Tuve la suerte de tener un endocrinólogo (Louis Gooren) que se interesó, que quiso conocer mi historia, mis razones. Y creyó en mi respuesta a su pregunta que si lo sabía antes, que si tenía remordimientos. Que era “no”, exactamente igual que cuando unos dos años más tarde decidí dejar de lado mis implantes mamarios. Había funcionado, tuvo un efecto bueno, positivo y constructivo sobre mí. La combinación de estrógenos y más tarde los implantes mamarios me permitió verme y sentirme a mí mismx más femeninx. Para los visitantes laicos: ser hombre o mujer no proviene de las hormonas o la cirugía, es una indentidad de género.

Probablemente mis compañerxs trans se asustaron por lo que hice (el 90% eran mujeres trans que se encontraban en alguna etapa de su transición). Mi desafío no sirvió precisamente para aliviar sus dudas e inseguridades acerca de sí mismxs y del mundo (principalmente, del mundo), aunque, en realidad, seguramente lo peor fue „el hecho“ de que estada dejando de lado el activo más importante para la visibilidad de las mujeres trans: un buen pecho. Y encima, dejar los E … Además, empecé a relacionarme más con bois, quasi hombres trans, chicos trans que no estaban hormonándose sobre todo porque no se sentían realmente masculinos. De alguna manera, esto hizo sonar una alarma en mi interior. Y poco después me uní a un grupo de apoyo de hombres trans abierto a todos [los hombres-no-cis] (que estaban explorando alguna manera su masculinidad) Empecé a identificarme en broma como un “hombre trans nacido en el cuerpo equivocado”. Pero no, realmente nunca me identifiqué voluntariamente como alguien masculino. Supongo que he sido femenina, y sin duda me indentifique como tal durante años (aunque, en cierto modo, en realidad me identificaba más como lesbiana, después de que lo hiciese Monique Wittig).

Después de dejar los E, he pasado uno o dos años sin ningún suplemento hormonal. No puedo aconsejarte que hagas lo mismo ¿verdad? Es malo para tu salud, te hace sufrir los efectos desagradables del Cambio, y te convierte técnicamente en post-menopáusica. Yo tuve que sufrir todos esos efectos antes de decidir que necesitaba algo para reemplazar a los estrógenos, aunque no me planteaba volver a la testosterona. Supe de algo que tenía un efecto feminizante débil, y un efecto masculinizante débil. Unx amigx míx, andróginx lo tomó, así que yo se lo conté a mi endocrinólogo y durante algún tiempo me fue bien. Quieras que no, después de la cirugía hace falta tomar algo. Y esas noches sudorosas, donde cada pensamiento tenía el efecto que normalmente sólo produce el miedo, además de la pérdida de la energía y ganas de vivir… que, además, son necesarias para poder salir de esa situación. Sin embargo, después de un tiempo dejó de ser suficiente. La alternativa era ir a por una dosis baja de testosterona. Que he ido aumentado a medida que pasan los años, hasta alcanzar la dosis media para un hombre trans, que suele ser buena, y a veces demasiado o demasiado poco.

La pregunta de los 1.000€ para muchos es: ¿he de-transicionado? ¿Me arrepentí después de todo? Me relaciono principalmente con hombres trans… Debo haber violado la primera enmienda de las mujeres trans: dejar de lado la feminidad. Menuda imagen para estos días (qué vergüenza).

Avanzamos hasta el año 2015. Ahora puedo decir (con orgullo) que he intentado ser un hombre (aunque terminé siendo un marica), he sido una mujer, y he hecho un viaje para llegar a ser algo completamente diferente, más allá de esos dos extraños cajones en los que el mundo ha intentado colocarme. A veces considero la posibilidad de tomar otras clases de T, o más T. Pero casi siempre termino por olvidarlo al darme cuenta de que las hormonas sexuales no me controlan demasiado. Y si hay un mensaje en todo esto, podría ser: haz lo que te haga sentir bien, y trata de encontrar unx médicx que tenga más interés en que seas feliz y estés sanx, que en seguir el protocolo. Y que no hay por qué arrepentirse (aunque el arrepentimiento es parte de la vida). Renunciar puede significar perfectamente viajar a géneros hasta ahora desconocidos. Ir donde nadie ha ido antes. Navegar hacia los territorios desconocidos de trans*.

(1) NdT: las TERFs son las Feministas Radicales Trans Exclusionarias, por sus siglas en inglés. Se trata de un nuevo movimiento pseudofeminista que se centra en perseguir a las mujeres trans, tratando de expulsarlas de todo espacio público (incluyendo acciones tales como comunicar que son trans a las empresas donde trabajan para que las despidan). Por suerte, este tipo de movimiento todavía no existe en España.”