Puerto Williams is vreemd. Daar was ik op de boot al impliciet op voorbereid. Nu is elk eiland waar je aankomt – zeker als je eerst een antal boten over moet klauteren – vreemd, maar het besef dat dit het zuidelijkste permanent bewoonde eiland van de wereld is, waar ik in de regen aankwam, maakt het extra vervreemdend. Als de openings-scene van een film:De fietser komt aan land, rijdt de heuvel op het dorp in. En dan (camera standpunt switcht naar voren): vanaf “stadhuisplein” ziet men de fietser aankomen. Zhij rijdt eerst een rondje om het gemeentelijk plantsoen, interpreteert de in hout uitgesneden plattegrond en rijdt de naar de hoofdstraat, naar de enige kroeg die het eiland rijk is. Je moet weten: er is het op het eiland naast ruige natuur allen een dorp annex marinebasis (Pto Williams) en een gehucht aan de Noordwest zijde van het eiland, met gammele houten aanlegsteiger, Pto Navarino. Puerto Williams heeft overigens naar de Engels-Chileense marinecommandant die het eiland teruggaf aan Chili (ofzo). Aan de Zuidzijde van het eiland is nog een vlek, een gehucht en dat is echt het aller-aller-zuidelijkste dorp ter wereld. Er gaat ook geen weg heen, je moet klimmen of varen: Puerto Toro.De enige twee wegen gaan van Puerto Williams naar een gehucht verder Noordoost, zo’n 20 km heuveltje op heuveltje af. De andere weg gaat naar Puerto Navarino, niet veel meer dan een paar boerderijen, een douanepost en een gammele steiger waarvandaan de boten naar Vuurland vertrekken.Een viertal kilometer ten oosten van Pto. Williams kom je bij een gehucht waaar de laatste Ona of Selknam wonen, de laatsten der Navarino indianen. Eeuwen leefden zij van de vogel- en zeehondenvangst. Er is ook niks mis met zeehondenjacht als het voor je eigen overleven is. Sir Ernest Shackleton en de zijnen hebben er ook honderden geslacht in 1914 om te overleven met de gestrande bemanning in de koude winters van de diepe zuidelijke Grote Oceaan (zie hierover bijv. The Endurance / Caroline Alexander). Commerciële jacht: ja dat is foute boel en al helemaal zoals dat uitgevoerd wordt. Maargoed, door de komst van de criollos (Europeanen, blanken), de overbevissing en milieuvervuiling en de uitroeiing van de inheemse volken (lees daarvoor Bruce Chatwin’s In Patagonia) hebben er voor gezorgd dat dat allemaal anders is nu.De Ona houden zich in leven met het maken van traditioneel handwerk in traditionele ’tenten’ (tipi-achtig van dierenhuiden). Verder werken een aantal Selknam – net als de rest van de bevolking die niet voor de marine werkt – in één van de ca. drie fabrieken.Het is een saai dorp, dus gewoon typisch een dorp. Voordat de laatste jaren de stroom toeristen aanzwol kwamen er bijna alleen zeezeilers op weg naar Kaap Hoorn langs. Toen ik er was waren er een stuk of vier jachten waarvan er eentje nog een dag langer bleef liggen (en waarvan de heren in de kroeg whisky zaten te drinken; je vraagt je altijd af waar de vrouwen dan zijn – want die waren er wel). Sommige mensen schijnen vanaf hier een lift langs Cabo de Hornos te ritselen. Soms zelfs op een schip van de Chileens marine.In caf&eaecute; Angelus trof ik nog een oudere Amerikaanse vrouw aan die mij -a als fietser – advies vroeg om naar het Noorden te fietesen vanaaf Punt Arenas. Typisch Californische middenklasse op leeftijd: geld speelt geen rol en ze hebben alle tijd. Niet dat ze enig reëel idee had over de tocht. Ik heb haar verteld: Yes, it can be done, maar dan wel door iemand met conditie en goede uitrusting. En dat de tocht van Zuid naar Noord bdeuidend zwaarder is dan andersom, wat haar ernstig teleurstelde. Tja, en de fietsen die je kunt kopen zijn doorgaans oook niet echt om over naar huis te schrijven. Uitrusting had ze evenmin. Ze kwam wel over als een volhoudster, dus als ze het heeft gedaan denk ik dat ze er wel gekomen zal zijn – over een korter traject. Toen ze weg was, heb ik hoofdschuddend nog een whisky genomen en ben toen maar eens een stukje wezen wandelen door het dorp weer.Verder wonen in Pto. Williams een tiental internationale studenten, waaronder vier Nederlandse van wie ik er een, Marije, op de boot vanuit Ushuaia ontmoette. Ze woonde er toen al een tijdje en deed een afstudeerproject voor Enviu (the Environment and you) over afvalbeheer. Lees op haar site en bij Enviu maar verder waar dat over gaat. Ik vind het in elk geval cool en belangrijk. Aan waste management wordt aan het einde van de wereld verdomd weinig gedaan. Ook de stad Ushuaia die uit haar kluiten wast, heeft er bar weinig aandacht voor op beleidsniveau. De jongens van Ushuaia boating proberen op hun manier invloed uit te oefenen, maar dat gaat in het corrupte Argentinië maar lastig. In Puerto Natales, op het vasteland in Chili, vlak bij de Torres del Paine, wordt wel geëxperimenteerd met glasinzameling. Hoe goed dat loopt kan ik niet helemaal bepalen. ALs dat echt boeiend is, wijd ik er nog wel een stukje aan.De omgeving is mooi, het weer was klote: grotendeels (vrij koude) regen. Het was ook ‘voorseizoen”: behalve caféreisbureau Angelus – gerund door een dikke manke Argentijn van begin 40 – was er geen horeca open en waren er (op een paar schippers na) geen toeristen. Zijn eega (ook ca 40 jr, knap en mooi, Chileens) verzorgt er de broodjes. Hoe klassiek.De helft van de bevolking behoort to de Chileense marine. Ze wonen in een aparte enclave van witte huizen van het dorp dat ook nog eens twee supermarkten heeft die maar liefst tot 24 uur open zijn! Het civiele deel van het dorp is een stuk gammeler is mijn indruk.Om op Isa Navarino te komen moet je een US $150 over hebben voor een retour met in principe een Zodiac; bij ruige zee kan het zijn dat je met de MS Patriota mee kunt, een kotter. Voor de lokale bevolking is de prijs US $100 (AR $300, ca. CLP 450.000)De natuur is er zoals gezegd erg mooi en ruig. Een klein aantal wandelpaden en trekking routes zijn uitgezet om bijvoorbeeld over de Dientes de Navarino, de bergen van het eiland, te trekken naar Puerto Toro aan de zuidzijde of naar andere gehuchtjes voorzover die niet uitsluitend een kartografisch bestaan leiden. Wanneer het wat kouder is of wanneer je wat hoger komt wordt de neerslag al gauw sneeuw.
Hi Vreer,
Ben je weer op reis?
Groet, Rena