De laatste tijd wordt mij steeds duidelijker dat ik zelf ook relationeel geweld heb meegemaakt. Vijfentwintig jaar geleden startte het. Het duurde een jaar of vijf.
Door het heftige relationele geweld dat een vriendin tot een jaar geleden gedurende anderhalf jaar meemaakte en waar ik indirect getuige van was, zijn bij deze ervaringen ook weer naar boven gekomen. Mij betrof het vrijwel uitsluitend emotionele mishandeling en ook niet eenduidig bewust en opzettelijk. Maar het was er wel. Meest tot de verbeelding sprekend zou kunnen zijn dat ik met griep en al zonder geld en sleutels naar buiten ben gestuurd en afhankelijk was van haar genade om mij een aantal uren later binnen te laten. Ik was op een of andere manier een stoorzender voor haar, een zuigende concentratieverstorende aanwezigheid. Of bij de verbouwing van haar huis moest ik ’s nachts daar slapen en sliep zij in mijn huis. En ze kon met een permanente donderwolk rondlopen en me daarin ernstig kleineren. Nu kijk ik er op terug met grote verbazing.
Ik zat zelf in die dagen ook niet lekker in m’n vel. Ik wist van boven niet dat ik van beneden leefde. Ik had ratio maar emotioneel was ik een chaos, een vat vol ongeformuleerde vragen en angsten. Niet heel uitzonderlijk voor iemand van halverwege de twintig. Daardoor heb ik lang gedacht dat veel van wat gebeurd is, van wat impact op mij had aan mij zelf lag of minstens ik daar een sterke bijdrage aan leverde. Bovendien was het doorgaans beduidend subtieler dan het plaatje hieronder aangeeft.
Het al vrij vroeg meemaken van een deel van wat mijn vriendin gebeurd is en zien wat het met haar deed, hoe het haar langzaam afbrak, dat heeft bij mij de zaak ook weer naar boven gebracht. De eerste telefonische scheldkanonnades en vernederingen waarvan ik het resultaat zag en hoorde riepen bij mij ook de herinnering op aan uren durende gesprekken, in levenden lijve dan wel per telefoon. Waarin zij ‘uitlegde’ wat er niet klopte, wat ik deed volgens haar en met haar. Waarin ik gedwongen werd eventueel ook in aanwezigheid van publiek luidop te zegen wat ik had misdaan, een bekentenis af te leggen aan de telefoon. Eerder liet ze me niet gaan.
Met dat alles is het niet alleen kommer en kwel geweest. Wel overwegend. Ik heb er veel van geleerd waar ik nu wat aan heb, Zoals wat ik “psycho-mechanica” noem. Het snappen hoe veel psychische processen, mechanismes werken. Bij mezelf en bij anderen. Mijn geroemde solidariteit met anderen gold toen niet met mijzelf. Zoals vaker: Als je er niet in het begin een eind aan maakt. Sleept het je met zich mee. In het begin was ik ook materieel afhankelijk: had geen dak boven m’n hoofd. En het huis dat ik bemachtigde later was niet om over naar huis te schrijven qua mogelijk woongenot. Dat kwam pas na de verbouwing na aankoop door de woningbouwvereniging.
Ook heb ik een forse upgrade qua politieke scholing gehad toen: kennis en inzicht in radicale politiek en radicaal feminisme heb ik in die periode aardig wat opgedaan.
Ik zeg als ik het er over heb vaker wel dat alles behoorlijk gemengd werd opgediend. Dat is een behoorlijk understatement. Nu zou ik zeggen dat ik kennelijk genoeg kracht had om er niet helemaal aan onderdoor te gaan en meer en meer m’n eigen weg in het leven te zoeken, te worden wie ik zou worden. Maar wel tegen een hoge prijs.
Het was verontrustend en beangstigend genoeg om er nu bij vlagen nog nachtmerries van te hebben. Vooral na gesprekken over het geweld dat m’n vriendin is aangedaan, of als ik een bijeenkomst heb bijgewoond over huiselijk geweld, anti-lesbisch geweld .. Laatste keer ging ik na de presentatie van onderzoek over anti-lesbisch geweld in de OBA weg met een gevoel alsof mijn rug werd beklemd. Angst, verontrusting.. daar duidt dat gevoel op. Ik voel het groeien nu ik er over schrijf.
De moraal van dit verhaal: als het niet goed voelt, is het niet goed. En dan kun je er maar beter wat aan doen, hulp zoeken of minstens je er aan onttrekken. Ten derde male heb ik mij er definitief aan onttrokken. En ik bemerk dat ik nog steeds de neiging heb ook mezelf te incrimineren, ik ben niet vrij te pleiten – wel van fysiek geweld, dat stopte meteen toen ik instinctief terugsloeg. En dat nuanceren van je eigen rol is precies wat bij het slachtoffer hoort. De dader doet dat nooit, denkt daar nooit over na, leeft geheel naïef hierin. Die heeft nooit wat gedaan, wat er gebeurde is altijd onze schuld.
Ik ben me goed bewust dat mijn problemen historisch zijn en niet actueel. De herinnering wordt soms getriggerd en ik zet mijn ervaring om in solidariteit met wie er actueel last van heeft. Ik ga verder met mijn leven, ben druk bezig allerlei dingen op te bouwen ook. Ik haal genoegdoening uit de veroordeling van die ander.
Degene die mijn vriendin een half jaar in een Blijf-van-mijn-lijf huis heeft doen belanden wordt binnenkort berecht eindelijk. Ze heeft al bekend dus ze komt er niet straffeloos van af. Dat werkt. Naast nu mijn eigen verhaal neerschrijven.
Update: die Zilla is veroordeeld veroordeeld voor relationeel geweld, opzettelijk geweldgebruik, 40 uur werkstraf (of vervangend 20 dagen zitten) en een boete van 1000 euro. Dat heeft bij mij ook rust gebracht, dat er gerechtigheid is.
Mijn eigen verhaal is zoals het hierboven staat: veel grijstinten maar daarin ook veel uitroeptekens van wat echt niet goed was. Er weer op terugkijkend zie ik dat er vaak geen opzet was maar wel effect en resultaat van emotionele en mentale chantage en mishandeling. En dat telt. Nu des te vastbeslotener en scherper door met m’n leven.