Het is bijna zover. Nog even en ik reis af naar spookachtig, wild Patagonië. Nu ga ik weliswaar in eerste instantie naar de bewoonde wereld, twee steden in het zuidelijkste stukje Patagonië, maar het doel is wilder. Ik ga lopen in de Torres del Paine. En dan met de boot naar Puerto Montt. En dan treinend denk ik een eind richting Santiago. Eerst een stuk naar Osorno, naar Franco. Daarna door naar Rancagua, naar Andrés.
Op het moment is het om 19 uur al donker daar. En erg vroeg licht wordt het ook niet. Winter dus. Wel het einde van de winter. En ik ga daarheen. Lopen in de bergen. Als het lukt ga ik de Q doen. Wat niet veel anders is dan het Circuit (de hele ronde) met een stukje extra eraan.
Als alles meezit maak ik drie uitstapjes (vanaf een vast kampeerplek in het ‘park’), naar een paar Miradores, uitzichtpunten. En ik moet sowieso de Paso John Gardner oversteken. Dat is langs de Glacier Grey. En die pas is berucht vanwege z’n enorme wind. maar dat zou – naast het feit dat het weer vier seizoenen op een dag kent meestal – het ergste moeten zijn. Ik heb me vele vragen gesteld: hoe is het weer, de temperatuur, hoeveel daglicht is er (“heliofanie” geheten). Gaat er regulier vervoer heen? (ja). Zijn de hostels enzovoort alle open? (geen idee, nog geen antwoord op e-mail).
De boot zal het meest er om houden: geheel afhankelijk van de zee, gaat ie wel, niet, later, dagen later, wordt ie gewoon ‘afgezegd’, gaat ie stuk … alles kan. maar als het goed is hebben ze een nieuwe boot en die moet het beter doen. We gaan het zien.
Mijn rugzak is voor zo’n 90% gepakt, weegt behoorlijk veel maar is prima draagbaar. Blij dat ik een nieuwe heb gekocht van iemand. Die oude van mij had dit niet lekker getrokken.