Deze zaterdag vindt op een aantal plaatsen in het land de Coming Out dag plaats. Daarmee wordt aandacht gevraagd voor alles wat te maken heeft met het uit de kast komen van homo’s, lesbo’s, biseksuelen en transgenders*. Waar het voor homo’s en lesbiennes tegenwoordig relatief eenvoudig is om uit de kast te komen, is er aan de positie van transgenders nog een hoop te verbeteren.
De transgenderbeweging staat aan het begin van een emancipatie die door de homobeweging al grotendeels is voltooid. De geschiedenis leert ons dat de behandeling van holebi’s vroeger en transgenders nu een aantal opmerkelijke parallellen vertoont.
De eerste betreft gedwongen mutilatie van het lichaam. In 1952 werd de beroemde Engelse wiskundige en cryptograaf Alan Turing, die tijdens de Tweede Wereldoorlog de Duitse Enigma-code wist te ontcijferen, gedwongen chemisch gecastreerd omdat hij homoseksueel was. In Nederland moeten transgenders nog steeds hun geslachtsorganen laten verwijderen om de geslachtsaanduiding in hun paspoort te kunnen wijzigen, terwijl niet elke transgender dat wil. Dat is schending van een fundamenteel mensenrecht: integriteit van het lichaam.
De tweede parallel ligt in de acceptatie, of het gebrek daaraan. In de jaren dertig van de vorige eeuw was de algemene opvatting onder homoseksuelen en psychologen dat homo’s “in het verkeerde lichaam zaten”. Ze werden ‘seksueel geïnverteerden’ genoemd en overwogen soms zelfs een geslachtsaanpassing. Tot in de jaren zeventig werden holebi’s doorgaans niet geaccepteerd door familie, vrienden of werkkring, maar in de loop van de jaren is door actievoeren en lobbyen de acceptatie gegroeid: holebi’s zijn niet gek, alleen anders. Homoseksualiteit is gewoon een variatie in de menselijke seksualiteit. Maatschappelijke- en zelfacceptatie maken dat holebi’s nu meedraaien als ieder ander. Er worden zelfs ideeën over creativiteit en economische vooruitgang aan holebi’s opgehangen: je vindt ze vaak in creatieve beroepen als kok, kapper, tv host.
Transgenders daarentegen kampen nog altijd met een hoop onbegrip uit de samenleving en gebrek aan acceptatie door de omgeving. Hierdoor lijden ze onder discriminatie, lopen het risico op straat uitgescholden en aangevallen te worden en hebben ze een kleinere kans op werk of promotie. Wat dat betreft is de positie van transgenders vergelijkbaar met die van homoseksuelen een halve eeuw geleden.
Ten derde is er de medicalisering. Homoseksualiteit was tot 1973 officieel een psychische stoornis volgens het handboek van de American Psychiatric Association, de Diagnostic Statistic Manual of Mental Disorders (DSM). Dit handboek wordt wereldwijd gebruikt als leidraad voor het vaststellen van psychische stoornissen. Voor het zover was dat homoseksualiteit uit de DSM werd geschrapt is er een hevige strijd gevoerd. Je kunt concluderen dat de DSM eigenlijk sociale normen weerspiegelt. Bij de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) duurde het nog een stuk langer voor het zover was; pas in 1990 heeft de WHO homoseksualiteit geschrapt als geestesziekte.
Genderdysforie, de officiele medische term voor transgender gevoelens, staat nog wel altijd in de DSM, en de WHO volgt deze classificatie als vanzelfsprekend. Maar de inzichten over genderdysforie zijn veranderd, vooral omdat tegenwoordig niet alleen psychiaters een mening hebben over wat genderdysforie is, maar wij als transgenders zelf inmiddels ook. En hoeveel er misschien ook nog onbekend is over genderdysforie, een ding weten we zeker: het is geen psychische stoornis. We zijn niet gek. Transgenders hebben vaak wel psychische problemen, maar die hangen bijvoorbeeld samen met het gebrek aan acceptatie of het uitblijven van een medische behandeling. Veel transgenders plegen zelfmoord, niet omdat ze psychisch gestoord zijn, maar uit wanhoop, omdat ze zich niet staande kunnen houden in een wereld die ze onterecht tot psychisch gestoord heeft verklaard.
De komende jaren worden de DSM en de classificatie van de WHO, de ICD, herzien. De nieuwe edities verschijnen in 2012. Transgender Netwerk Nederland lobbyt, samen met transgenderorganisaties in zo’n veertig andere landen, om genderdysforie geschrapt te krijgen als psychische stoornis. We rekenen daarbij op de Nederlandse regering om druk uit te oefenen op de APA en de WHO de komende tijd. Die druk is hard nodig, want er zijn krachtige tegenbewegingen die vinden dat we vooral gek moeten blijven. Er zal dus ook door en voor transgenders een strijd gevoerd moet worden. Volgens ons is transgender gewoon een gendervariatie: een variant in de zelfopvatting. En daarvoor komt het Transgender Netwerk Nederland op. Met steun van de regering hopen we ervoor te zorgen dat transgenders na 2012 in elk geval van 1 stigma af zijn.
(oorspronkelijk geschreven ter plaatsing in de Coming Out Dag bijlage van de Metro)
Hoezeer ik er ook voor ben om de regelgeving voor die sekse-aanduiding op identiteitspapieren niet langer op te hangen aan fysieke of hormonale aanpassingen, ik zie toch geen parallel met wat homo’s tot in de 50er jaren is aangedaan. Die wet op de geslachtsaanpassing is volgens mij ontstaan omdat er transen kwamen die fysieke geslachtsaanpassingen *wilden*.
Voor de transgenders die het niet willen is het lastig en onrechtvaardig, maar ik kan me nog altijd moeilijk voorstellen dat je je aan je genitaliën laat opereren, louter en alleen maar om een andere aanduiding in je paspoort te krijgen.
Ik ou zelfs zo ver willen gaan dat ook het pathologiseren van transen op hun eigen nitiatief is gebeurd: zij kwamen bij artsen om verlost te worden van een discrepantie die zij voelden tussen hun lichaam en hun identiteit. Omdat artsen geen breuk of etterende buil konden vinden die daarvoor verantwoordelijk kon worden gesteld, werd gedacht dat het uit de beleving van de persoon in kwestie voortsproot. Uiteindelijk is proefondervindelijk gebleken dat het tegemoet komen aan de wens tot lichamelijke aanpassing vooralsnog de enige oplossing voor het lijden was.
In jouw betoog wordt transseksualiteit tot een uiting van discriminatie. Ik denk dat je daarmee de wereld op z’n kop zet. Op zich niks op tegen ;-). In de screening van het genderteam wordt overigens terdege rekening gehouden met de mogelijkheid dat mensen zo’n GAB overwegen om onder het stigma van homoseksualiteit of travestie uit te komen. Men probeert uit te sluiten dat zoiets het geval is, want dan is de behandeling geen oplossing, integendeel.
Verder vermoed ik dat transgenders die wel een juridische geslachtsverandering maar geen fysieke willen een vrij recente “sociale constructie” zijn. Heel goed als TNN dat mogelijk maakt, zodat zij in met minder psychische belasting kunnen leven zoals zij willen en de keuze om toch “verder te gaan” niet door oneigenlijke motieven ingegeven zal worden.
Dus qua doel ben ik het toch weer met je eens ;-). Qua rhetorica niet.
O ja, en waarom niet? Als TNN ook de belangen van transseksuelen behartigt, die wel belang hebben bij de “klassieke” behandeling, dan lijkt het mij niet goed om die behandeling tegelijkertijd als een schending van mensenrechten voor te stellen.
Zie je geen kans om de rechten van transgenders die wel een juridische aanpassing wensen, maar geen lichamelijke, te verdedigen zonder met de klassieke behandelng zozeer de vloer aan te vegen? Je kunt toch gewoon onderscheid maken tussen transen en transgenders in engere zin? Dat zullen ook politici beter begrijpen dan deze rhetoriek. En het is eerlijker, in mijn ogen.
Duh, in een patriachale maatschappij gestoeld op binaire principes is het lastig om als transgender je eigen plek te verwerven. Ondertussen ben ik erg blij met mijn stamkroeg in de Groningse Oosterparkwijk (De Balk).
Die kroeg wordt gerund door een half Schotse dame en het het zou een goede noordelijke equivalent voor Saarein in Mokum kunnen zijn.
Gender is een constructie waarvan de houdbaarheidsdatum ergens rond 1950 lag …
Eigenlijk ben ik niet zoveel meer bezig met het thema “gender”, misschien omdat ik me zo thuis voel in mijn stamkroeg?
Mijns inziens zouden TG’s en aanverwanten zich thuis voelen in bovengenoemde kroeg.
Take care, HeleneleH
Naar mijn mening moeten transen stoppen met een stringent onderscheid te maken tussen transseksualiteit en transgenders in engere zin. Beide groepen doen in essentie namelijk precies hetzelfde, namelijk het lichaam aanpassen aan hun psyche. Dat het uiterlijk er dan af-en-toe er gelijk uitziet en af-en-toe ook niet – ’t is maar iets cosmetisch. Dat een transseksueel “zich echt vrouw voelt” en de transgender in enge zin “zich deels man en deels vrouw” is een sprookje, want vraag zo’n “echte” trans maar eens of ze zich nu -echt- net zo vrouw voelt als haar vrouwelijke partner en het antwoord is dan meestal een oprecht “nee”. Vraag een biologische vrouw maar eens of ze zich 100% vrouw voelt en het antwoord is vaak ook een oprecht “nee”. Er zitten gewoon verschillen tussen man-en-vrouwbeleving van mensen onderling. Laat die er zijn zonder onnodige extra hokjes.
Laat de M en de V (en breid het vooral uit met Q’s en A’s als individuele mensen daar behoefte aan hebben) in administraties vooral een zaak worden van individuele mensen zelf. Ontkoppel het van wat er medisch wel-of-niet gedaan is en ontkoppel het in ieder geval van de diagnostiek van het ziekenhuis. Nu ik het daar toch over heb: laat het ziekenhuis (VEEL) meer afstand nemen bij mensen die weten wat hormonen of een geslachtsoperatie met hun lichaam doen en die -dus- kunnen overzien waar ze mee bezig zijn. De diagnostiek van het ziekenhuis heeft in mijn geval veel meer kapot gemaakt dan dat het wat-dan-ook-maar opgeleverd heeft: zelfs jaren na de diagnostiek heb ik qua ontwikkelingskansen in mijn werk nog last van wat de VU tijdens de diagnostiek allemaal deed (en niet deed). Diagnostiek kan niet vaststellen of iemand wel-of-geen transseksueel/transgender-in-enge-zin is. Laat ze (en ook wij) ophouden met het verspreiden van diagnostiek als een soort PR-verhaal voor een medische behandeling die net zo normaal zou moeten zijn als het herstellen van een gebroken arm.
Nu ben ik het grotendeels met Janiek eens. Wat voor etiketjes op mensen geplakt zouden kunnen worden is van ondergeschikt belang. Het gaat om de mensen.
Gender-variatie komt voor in een breed spectrum en er buiten.
Zelf heb ik mijn eigen spul uitgezocht buiten de medische wereld, wel met twee goede coaches. Ben er blij mee.