Gisteravond werd in Vrankrijk het Mapuche Nieuwjaarsfeest, We Tripantu, gevierd. Men viert dan dus dat de dagen gaan lengen en het leven opnieuw opbloeit. Het was een boeiend gebeuren: muziek van 21,3 Gramos, een verhaal van een zeker Cecilia uit Mexico die ons voorhield dat de Gregoriaanse kalender met z’n disharmonische verdeling de wortel van alle kwaad van tegenwoordig is. Ze hield een prachtig verhaal over de meso-amerikaanse kosmologie die op maanjaren gebaseerd is en harmonisch enzo. Ze dreef wel erg ver door, maar dat was “interesting” zegmaar. Heel mooi was een muzikaal verhaal uit Mexico dat uitliep op een ritueel inluiden van het nieuwe jaar met veel wierook, schelpgeblaas en tromgeroffel.
Wat echter boeiender is, is dat Michelle Bachelet, de president van Chili, de gelegenheid te baat heeft genomen om te verklaren dat ze veel goede dingen met en voor de Mapuche in haar republiek wil doen. Ze wil eindelijk convenant 169 van de ILO ondertekenen en zorgen dat de grondwettelijke erkenning van de inheemse rechten er wél door komt. Verder komt er een ontwikkelingsprogramma voor de stedelijke indianen, en zal er een milieubelied komen m.b.t. de inheemse volken gericht op duurzame ontwikkeling van de gemeenschappen. Ook beloofde ze beter lokale wegen tussen de gemeenschappen en goede toegang tot drinkwater (!). Ze belooft heel veel, want dit is nog niet alles.
Het was erg mooi symbolisch ingekleed, met vertegenwoordigers van alle in Chili levende inheemse volken en afgevaardigden van inheemse Canadezen. Canada zou zijn best doen het probleem op mondiaal niveau aan te kaarten (en doet het intern ondertussen nog steeds niet goed). Maar blijft natuurlijk de vraag: maakt ze dit alles waar? Een aantal dingen horen we voor de zoveelste keer: het ILO-verdrag, de grondwet … Oké, de verhoudingen zijn veranderd, maar zal ze niet in haar eigen coalitie nog weerstand vinden? Sowieso: het zijn zoveel punten dat je je afvraagt of het in één regeringsperiode te halen valt. Als ze al de vereiste steun krijgt (tweederde meerderheid voor de grondwetswijziging).
De Mapuche gaan in hun skepsis eigenlijk nauwelijks in op de vraag of dit voldoende is. Ze vragen zich vooral af hoe oprecht en hoe haalbaar de plannen zijn. En gaan ze wel correct uitgevoerd worden? Want voorgaande plannen zijn gestruikeld op slechte inhoud, slechte uitvoering en/of botte onwil. En dan lees ik nog niks over de probelemen die dit voor de economisch politiek met zich mee gaat brengen: zal Benetton worden gedwongen grootscheeps grond terug te geven aan de oorspronkelijke bewoners? Zullen bosbouwbedrijven aan banden worden gelegd?
Het blijft spannend vooralsnog. De publieke protesten zullen zeker nog niet stoppen. Maar als het wat wordt, is er een basis om verder te gaan. Dan kan de regionale politiek aangepast worden. Dan wordt het mogelijk te praten over de waterrechten, mijnbouwrechten, visserij, bodemgebruik. ten gunste van de inheemse volken. Wat dat is alleen maar rechtvaardig.